Home » Artikelen » Lente overzicht 2016

Lente overzicht 2016

Temperatuur en weersverloop
De gemiddelde temperatuur over de drie lentemaanden was in De Bilt met 9,5 °C gelijk aan het langjarige gemiddelde. Na de op een na zachtste winter in ruim drie eeuwen ging de lente juist koud van start. Maart had een gemiddelde temperatuur van 5,4 °C tegen 6,2 °C normaal.

Een groot deel van de maand werd met een noordelijke stroming vrij koude lucht aangevoerd. De maand ging onder invloed van diverse lagedrukgebieden wisselvallig en koel van start. De eerste dag van de maand was ook meteen de koudste van de lente: in Deelen daalde de temperatuur in de nacht tot -7,8 °C. Bijna elke nacht kwam het in de eerste helft van de maand tot vorst. Vanaf 10 maart werd het weer bepaald door hoge druk boven Scandinavie en de Noordzee en werd het droog en zeer zonnig. De heldere nachten en de noordoostelijke wind zorgden echter vooral ’s nachts voor lage temperaturen.

Vanaf 18 maart trok het hogedrukgebied richting de Britse Eilanden en zorgde boven onze omgeving voor een noordwestelijke stroming waarmee uitgebreide wolkenvelden vanaf de Noordzee werden aangevoerd. De laatste dagen van de maand kregen we weer te maken met een overheersend zuidwestelijke aanvoer. De temperatuur liep op tot iets boven normaal, het werd wisselvallig en de wind trok af en toe flink aan.

De zaterdag voor Pasen werd het weer tijdelijk bepaald door een rug van hoge druk en was er ruimte voor veel zon en hoge temperaturen. De temperatuur liep in het zuiden en het midden van het land op tot ruim 15 graden. Ook april was vrij koud met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 8,7 °C tegen 9,2 °C normaal. De maand was hiermee zelfs bijna een graad kouder dan de afgelopen decembermaand.

Dit geeft ook aan hoe uitzonderlijk warm december 2015 was. De eerste helft van de maand was de stroming vaak zuidelijk tot westelijk en hoewel het wisselvallig weer was, lag de temperatuur meestal boven normaal. Op 3 april werd in de zuidoostelijke helft van het land voor het eerst dit jaar een warme dag geregistreerd (maximumtemperatuur hoger dan 20,0 °C). In De Bilt werd op deze dag 20,4 °C gemeten.

Pas vanaf de 18de bleef het op de meeste plaatsen een dag of vijf achter elkaar droog, doordat we ons onder invloed van een hogedrukgebied bevonden dat vanaf de Britse Eilanden oostwaarts trok. In de tweede helft van de maand overheersten noordelijke of noordwestelijke stromingen en was het koel. Van de 24ste tot en met de 26ste kwam de temperatuur vrijwel nergens meer boven de 10 graden uit. Op de 26ste werd het in Beek (bij Maastricht) niet warmer dan 5,8 °C. In het oosten vroor het op 5 tot 8 dagen.

Aan de grond kwam het lokaal in het oosten op 19 dagen tot vorst. Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 14,5 °C eindigt mei op een gedeelde achtste plaats in de rij van warmste meimaanden sinds 1901. Op de eerste plaats in deze lijst staat mei 2008 met 15,7 °C, het langjarig gemiddelde bedraagt 13,1 °C. De temperatuur en het bijbehorende weer kende deze maand een opvallend grote variatie.

De maand ging vrij koel van start. Een hogedrukgebied dat over onze omgeving naar Scandinavie trok, zorgde ervoor dat de stroming vanaf de 4e oostelijk werd. Daarmee werd droge en steeds warmere lucht aangevoerd. Van 6 tot en met 12 mei was het, met uitzondering van de 10de, regionaal zomers warm (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger). In De Bilt werd op 7 mei de eerste zomerse dag van het seizoen genoteerd.

Tijdens dit tijdvak waren de nachtelijke minima, soms niet lager dan 13-15 °C, uitzonderlijk hoog voor de tijd van het jaar. Doordat het tijdens de nachten weinig afkoelde was ook de etmaalgemiddelde temperatuur soms ruim 20 °C, ook dat zijn uitzonderlijk hoge waardes. Op de 14de had het hogedrukgebied zich naar IJsland verplaatst en werd de stroming noord. Met maxima van 11 tot 13 graden verliep het Pinksterweekend daardoor uitzonderlijk koel.

Vanaf de 17de volgde een licht wisselvallig tijdvak waarbij het geleidelijk warmer werd. Op 21 mei werd het in een groot deel van het land 22 tot 24 °C. Op 23 mei w stroming opnieuw noordelijk met forse afkoeling tot gevolg. Op 24 mei werd het op sommige plaatsen niet warmer dan 11 °C. De laatste dagen van de maand werd met een ooststroming weer vrij warme lucht aangevoerd In totaal werden deze lente in De Bilt veertien vorstdagen genoteerd (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), tegen twaalf normaal. Veertien dagen verliepen warm, vijf dagen zomers tegen veertien respectievelijk vier normaal.

Neerslag
Met gemiddeld over het land 165 mm regen week de hoeveelheid neerslag niet veel af van het langjarige gemiddelde van 172 mm. Van de afzonderlijke maanden was maart aan de droge kant met 54 mm tegen 68 mm normaal. April was een natte maand met landelijk gemiddeld 62 mm tegen een langjarig gemiddelde van 44 mm. In mei viel er landelijk gemiddeld 54 mm tegen 61 mm normaal. Gilze- Rijen was het natste KNMI-station met 235 mm.

In Hupsel viel de minste regen: 130 mm. Opvallend was dat er ver in april nog af en toe sneeuw viel. In de vroege ochtend van 26 april lag er in het noordoosten hier en daar een paar cm sneeuw. Ook in de hoogste heuvels van Zuid-Limburg lag tijdelijk sneeuw. Eind mei brachten buien lokaal grote sommen regen. Op de 22ste viel in het midden van het land 30 tot ruim 50 mm. In de avond van 27 mei kwam het lokaal tot wateroverlast in Zuid-Limburg. Op 30 mei veroorzaakten zware onweersbuien veel overlast in met name de zuidoostelijke helft van het land.

Op sommige plaatsen viel 50-70 mm regen. Zonneschijn De lente was zonnig met gemiddelde over het land 575 zonuren tegen 517 uren normaal. In alle drie de afzonderlijke maanden scheen de zon vaker dan normaal. In maart werden 148 zonuren geregistreerd, in april 195 en in mei 232 tegen 125, 178 en 213 uren normaal. Meest in het oog was de verdeling van het aantal zonuren in mei.

De eerste helft verliep zeer zonnig met landelijk gemiddeld 164 zonuren, de tweede met 68 uren juist somber. Van 22 tot en met 25 mei scheen de zon op sommige plaatsen zelfs helemaal niet. Het zonnigst was de lente in het noordelijk kustgebied met op Terschelling 662 zonuren. In het zuidoosten van het land scheen de zon het minst; Maastricht bleef steken op 480 uren zonneschijn.

Dit artikel is eerder verschenen in Het Weer Magazine 3-4 2016