Home » Artikelen » Winter 2015/2016- zacht & zonnig

Winter 2015/2016- zacht & zonnig

Temperatuur en weersverloop

Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 6,3 °C was de winter van 2015-16 de op één na zachtste sinds het begin van de regelmatige temperatuurmetingen in 1706. Alleen de winter van 2006-07 was met 6,5 °C nog een fractie zachter. Het langjarig gemiddelde bedraagt 3.4 °C. Met name in het eerste deel van de winter was het uitzonderlijk zacht.

December had een gemiddelde temperatuur van 9,6 °C en was daarmee met afstand de zachtste decembermaand in ruim drie eeuwen. Het decemberrecord stond tot nu toe op naam van 1974 met een gemiddelde van 7,3 °C. Het is een uitzonderlijk hoge waarde, zelfs hoger dan de normale temperatuur in een aprilmaand. De gemiddelde temperatuur was bovendien vrijwel gelijk aan die van oktober en november (beide 9,9 °C).

Vrijwel de gehele maand was er sprake van een zuidwestelijke stroming waarmee zeer zachte, maritieme tropische lucht werd aangevoerd. Op een flink aantal dagen lag de gemiddelde temperatuur acht tot tien graden boven de normale waarde voor de tijd van het jaar. Op de 17de werd het in het zuiden van het land ruim 16 °C. Topper was echter Wijk aan Zee met 16,6 °C, slechts 0,1 °C lager dan het absolute Nederlandse decemberrecord, gemeten in 1953 in Maastricht.

De beide kerstdagen waren de zachtste sinds 1901. In een groot deel van het land is december geheel vorstloos verlopen. Voor De Bilt is dat sinds ten minste 1901 niet eerder gebeurd. De zeer zachte december zette zich voort aan het begin van het nieuwe jaar. Tot halverwege de maand lag de temperatuur in het midden en zuiden van het land boven normaal. In het noordoosten draaide de wind vanaf 3 januari naar oostelijke richtingen en werd koude lucht aangevoerd. Hoger in de atmosfeer werd echter nog wel zachte lucht aangevoerd en dit leidde op grote schaal tot ijzel. Deze situatie hield aan tot donderdag 7 januari en het KNMI gaf meerdere dagen achtereen een weeralarm af (code rood).

Een dergelijk lange periode met ijzel is niet uniek, maar wel uitzonderlijk. De laatste extreme situaties met ijzel deden zich de laatste decennia onder meer voor rond 12 februari 1979, rond 2 maart 1987 en tussen 7 en 14 februari 1966. Pas vanaf 15 januari kreeg ook de rest van het land te maken met lagere temperaturen. De temperatuur daalde ’s nachts naar waarden onder het vriespunt en kwam overdag nog maar een enkele graad of net niet boven nul.

De landelijk laagste temperatuur werd bereikt op 21 januari in Nieuw Beerta boven een sneeuwdek: -12,3 °C. In de loop van vrijdag 22 januari werd de kou weer uit het land verdreven en er volgde wederom een zeer zachte periode met een overheersende en regelmatig stevige zuidwestelijke wind. Uiteindelijk bedroeg de januaritemperatuur in De Bilt 4,8 °C tegen een langjarig gemiddelde van 3,1 °C. Februari ging uitermate wisselvallig en zacht van start. Verantwoordelijk voor dit weertype waren opeenvolgende, actieve depressies boven het zeegebied ten zuiden van IJsland.

De eerste decade (tien dagen) van de maand liep de maximumtemperatuur regelmatig op tot boven de 10 °C. Vorst kwam in dit tijdvak in het geheel niet voor. Rond het midden van de maand werd de stroming aflandig doordat de luchtdruk ten noorden van ons land steeg en een depressie naar Midden-Europa trok. Tijdens de nachten vroor het licht tot matig, de maxima lagen meestentijds tussen 2 en 6 °C. Vanaf de 19de kwam weer enkele dagen een zeer zachte westelijke stroming tot stand.

Het laatste deel van de maand werd de stroming noordwestelijk en later noordoostelijk. Het werd wat kouder met in de nachten lichte vorst. Er vielen enkele lichte, winterse buien. De laatste drie  dagen van de maand verliepen schraal maar zonovergoten. Februari in haar geheel was een zachte maand met een gemiddelde temperatuur van 4,6 °C tegen 3,3 °C normaal. In De Bilt kwam deze winter geen enkele ijsdag voor (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C), het langjarig gemiddelde bedraagt er zeven.

Dankzij het winterse weer in januari in het noordoosten kwam het in Nieuw Beerta tot zes ijsdagen. Het aantal vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) bedroeg in De Bilt 21 tegen 38 normaal.

Neerslag

Gemiddeld over het land viel 212 mm neerslag tegen 210 mm normaal. December was met 46 mm tegen 80 mm normaal een droge maand. Sneeuw werd op geen enkele dag waargenomen, uitzonderlijk voor december. Januari was juist een natte maand met landelijk gemiddeld 102 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 73 mm. Op 7 januari verdrong een storing met veel wind en neerslag de kou uit het noordoosten en viel er in het zuidwesten van het land lokaal ca. 20 mm neerslag.

Veel neerslag viel er ook op 14 en 15 januari toen een lagedrukgebied van west naar oost over het land trok. Op KNMIstation Hoek van Holland werd in twee dagen tijd 47 mm afgetapt. Tijdens de koudere periodes in het noordoosten van het land viel de neerslag geregeld in de vorm van sneeuw. Vanaf 15 januari lag er in het uiterste noordoosten van het land een sneeuwdek van ca. 10 cm, dat pas na het verdrijven van de kou op 22 januari weer verdween.

Ook februari was een natte maand met gemiddeld over het land 71 mm neerslag tegen 57 mm normaal. Het natst was de winter in Hoek van Holland met 287 mm neerslag, het droogst was het lokaal in Wijk aan Zee met 162 mm.

Zonneschijn

Met gemiddeld over het land 250 zonuren tegen 199 uren normaal, was de winter zeer zonnig. Vooral december was zonnig met 75 zonuren, tegen een langjarig gemiddelde van 49 uren. Ook in januari en februari was de zon langer te zien dan gebruikelijk: 70 en 106 uren tegen 62, respectievelijk 88 zonuren normaal. Het zonnigst was de winter in het zuidoosten van het land. Maastricht registreerde 280 uren zonneschijn. Hoek van Holland was het somberst met 225 zonuren.

Dit artikel is eerder verschenen in Het Weer Magazine 2 2016