2024 warmste jaar sinds metingen
Volgens de Europese klimaatdienst Copernicus zal 2024 hoogstwaarschijnlijk het warmste jaar ooit gemeten worden op aarde. Alleen een onverwachte en aanzienlijke temperatuurdaling in de laatste maanden van het jaar zou dit kunnen voorkomen, maar zo'n scenario wordt onwaarschijnlijk geacht.
Uitzonderlijk warm
De klimaatdienst baseert deze verwachting op een vergelijking van de gemiddelde temperatuur in de eerste tien maanden van 2024 met die van de referentieperiode 1991-2010. Dit jaar ligt de temperatuur 0,71 graden hoger dan het gemiddelde in deze basisperiode. Daarmee lijkt 2024 het record van 2023, dat al uitzonderlijk warm was, te verbreken. Vorig jaar was het temperatuurverschil over dezelfde periode namelijk 0,16 graden lager dan in 2024.
Nederland ervaart ook recordwarme temperaturen
Niet alleen wereldwijd, maar ook in Nederland lijkt 2024 het warmste jaar te worden sinds het begin van de metingen. In De Bilt ligt de gemiddelde temperatuur dit jaar tot nu toe op 12,8 graden, terwijl het langjarig gemiddelde op 11,5 graden ligt, aldus weerplatform Weeronline. In de afgelopen decennia staan ook jaren als 2020, 2022 en 2023 in de top-5 warmste jaren ooit gemeten in Nederland sinds 1901.
Bart Verheggen, klimaatwetenschapper bij het KNMI, benadrukt dat de uitzonderlijke warmte in de eerste helft van 2024 al aangaf dat dit jaar op koers lag om het record van 2023 te verbreken. "Gezien het extreme record van vorig jaar is het bijzonder dat 2024 daar nog overheen gaat," zei Verheggen in het NOS Radio 1 Journaal.
Extra invloeden op de temperatuur
Naast de aanhoudende trend van klimaatverandering hebben dit jaar ook externe factoren zoals vulkaanuitbarstingen en het natuurverschijnsel El Niño de temperaturen omhooggestuwd. Bij El Niño warmt het zeewater aan de kust van Zuid-Amerika tijdelijk op, wat wereldwijd weersveranderingen veroorzaakt. Toch wijst Copernicus erop dat ook zonder deze extra factoren de opwarming gestaag doorzet.
Voorbij de 1,5 graad grens
2024 zal naar verwachting het eerste jaar zijn waarin de gemiddelde mondiale temperatuur 1,5 graden – of mogelijk zelfs 1,55 graden – hoger is dan in de pre-industriële periode van 1850-1900, voordat het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen begon. Het verbranden van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en steenkool blijft de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde.
Deze mijlpaal van 1,5 graad markeert een kritische grens die in het Klimaatakkoord van Parijs werd vastgesteld. In 2015 spraken bijna 200 landen af om de mondiale temperatuurstijging ruim onder de 2 graden te houden en, indien mogelijk, te beperken tot 1,5 graden om catastrofale gevolgen zoals hittegolven, droogte, overstromingen en stijgende zeespiegels te voorkomen.
Verheggen benadrukt echter dat deze tijdelijke piek boven de 1,5 graad nog niet betekent dat het doel van het Parijs-akkoord definitief uit zicht is: "Het Parijs-akkoord streeft naar een stabiel gemiddelde over meerdere jaren, dus een enkele piek is nog geen trendbreuk," legde Verheggen uit.
Dringend actie nodig voor klimaatbeheersing
Recent onderzoek door wetenschappers van de Verenigde Naties wijst erop dat er nog een kans is om de temperatuurstijging onder de 1,5 graden te houden, maar dat hiervoor extra en snelle maatregelen nodig zijn. Voeren landen echter alleen hun huidige klimaatbeleid uit, dan kan de wereldwijde opwarming oplopen tot ongeveer 2,8 graden, met een mogelijke daling naar 2,6 graden als alle beloften volledig worden waargemaakt.
Niet toevallig publiceert Copernicus deze meetresultaten kort voor de aankomende klimaattop in Azerbeidzjan. Wereldleiders zullen daar bespreken hoe klimaatmaatregelen gefinancierd kunnen worden om verdere opwarming tegen te gaan. Hoewel het essentieel is om de opwarming te beperken, waarschuwen experts dat het stoppen van CO2-uitstoot alleen al de temperatuurstijging niet terugdraait. Verheggen legt uit: "CO2 blijft langdurig in de atmosfeer hangen. Zelfs als we morgen zouden stoppen met uitstoten, blijft de huidige hoeveelheid nog invloed uitoefenen. Toch is iedere vermindering waardevol, want het maakt op lange termijn een verschil."