Raadsel rond zeeijs Antarctica opgelost
Onderzoekers van het KNMI hebben vastgesteld dat de opwarming van de aarde leidt tot een toename van zeeijs rond Antarctica. Hiermee is een raadselachtige tegenstelling tussen smeltend landijs en uitbreidend zeeijs opgelost.
Uit satellietmetingen blijkt dat de hoeveelheid zeeijs rond Antarctica de laatste decennia flink is toegenomen en dan vooral in het winterhalfjaar op de Zuidpool, tussen april en september. Ondertussen was de Zuidelijke Oceaan aan de oppervlakte rondom Antarctica ongewoon koud.
Recent onderzoek, waarvan de resultaten deze week in het tijdschrift Nature GeoScience werden gepubliceerd, heeft aangetoond dat zowel de afkoeling van het oceaanwater als de toename van het zeeijs via een omweg samenhangen met de opwarming van de aarde.
Drijvende ijsplaten en gletsjers die in zee uitmonden smelten sneller door het opwarmende oceaanwater op dieptes van 150 tot 1500 meter. Het smeltwater dat hierbij wordt gevormd is zoeter en daarmee lichter dan het zoute water van de Zuidelijke Oceaan. Zo vormt het zoete smeltwater een tientallen meters dikke isolerende laag bovenop het oceaanwater, die ervoor zorgt dat de afkoeling van het oceaanoppervlak in de winter over een geringere diepte plaatsvindt. De kou is op deze manier dus over minder water verdeeld waardoor de afkoeling van het gedeelte wat wel wordt afgekoeld ook groter is. Uit deze afkoeling ontstaat het zeeijs en warmt het zuidelijk halfrond zo iets minder snel op.
Bron: KNMI