Regen op zee? Of zeeclutter?
De regenradar is één van de meest gebruikte methoden om het weer in beeld te krijgen. De regenradar zit in een app op onze smartphone, of we zoeken ‘m op in google en als we dat niet doen, dan zien we de regenradar wel terug in de journaals op TV.
De beelden van de regenradar worden elke vijf minuten gemaakt, op basis van de gegevens van de twee radarstations van het KNMI: die in Den Helder en die in Herwijnen. Maar hoewel de radar dus vaak gebruikt wordt, is ze niet onfeilbaar. Regelmatig laat de radar ontelbare kleine buitjes zien op zee, terwijl er geen wolkje aan de lucht is.
Geen buien, maar zeeclutter
Al die kleine buitjes boven zee, zijn uiteraard geen neerslag, maar wat dan wel? De stipjes op de radarbeelden zijn de golftoppen. Door een samenloop van omstandigheden worden de stralen van de radarbeelden afgebogen richting het wateroppervlak, daar kaatsen ze terug op de toppen van de golven en worden als ‘buien’ zichtbaar op ons scherm.
Deze zeeclutter, zoals die verstoring van het radarbeeld wordt genoemd, komt voornamelijk in het voorjaar en in de zomer voor. Dan is de lucht warm en het zeewater koud. Daardoor treedt dan vaak inversie op, waardoor de radargolven worden afgebogen richting het wateroppervlak.
Clutter corrigeren
Clutter komt vaker voor. Ook boven land. Inmiddels is het KNMI in staat om de clutter boven land goed te filteren. De manier waarop dat gebeurt is echter nog niet geschikt om ook voor het radarbeeld boven zee te gebruiken. Daarom zien we nog veel clutter boven zee, maar weinig boven land. Desondanks heeft het KNMI onlangs haar regenradar verplaatst van De Bilt naar Herwijnen, omdat het beeld in De Bilt te veel verstoord werd door hoogbouw.
Bron: KNMI
Afbeelding: Clutter op de regenradar By KNMI, via Wikimedia Commons