Winterse maart
Winters weer met vorst en sneeuw komt in Nederland vaker voor in maart omdat maart een overgangsmaand is van de winter naar de lente. Maar langdurige sneeuwval en ijsdagen midden maart is wel bijzonder te noemen. Vooral het zuidoosten van Nederland heeft te maken gehad met langdurige sneeuwval. Op sommige plaatsen in met name Limburg leverde dat een sneeuwdek op van boven de 10 centimeter. De sterke wind zorgde ook voor sneeuwhopen van soms 1 meter hoog. Vanwege de langdurige sneeuwval – in Limburg meer dan 12 uur – heeft het KNMI maandagavond 11 maart een code oranje (extreem weer) afgegeven voor Limburg en het zuidoosten van Noord-Brabant. Op maandag 11 maart was de temperatuur het hele etmaal in het hele land onder het vriespunt. Zo’n ijsdag zo laat in maart is bijzonder. Dat gebeurde voor het laatst in De Bilt in 1928 (11 maart) en in 1942 en 1947 (beide op 12 maart), sinds er metingen zijn. Op 12 maart kwam de temperatuur in Maastricht niet hoger dan -2,8 graden. Maastricht noteerde tussen 11 en 13 maart zelfs drie ijsdagen op rij, een unicum zo laat in maart. Op 13 maart werd in Ell (L) een minimumtemperatuur van min 13,3 graden gemeten. Winters weer met vorst en sneeuw komt in maart wel vaker voor. In 2005 viel er begin maart lokaal een halve meter sneeuw. Niet alleen Nederland heeft deze Maartse dagen te maken gehad met winterse kou en late sneeuwbuien. In België en het noorden van Frankrijk hebben langdurige sneeuwbuien voor een verkeersinfarct op de wegen gezorgd. Op sommige plekken stond het verkeer meer dan een etmaal muurvast. Ook in Duitsland en Groot-Brittannië is de overlast groot door de sneeuwval. De winters zijn weliswaar gemiddeld warmer en natter geworden, maar dit sluit het voorkomen van zeer koud weer zoals we dat nu beleven, zeker niet uit. De grilligheid van het winterweer is namelijk tot nu toe veel groter dan de trend. De mogelijke variatie in de wintertemperatuur is zo'n 3,5 ºC, terwijl de gemeten opwarming ongeveer 1,5 ºC bedraagt. Voor maand- en daggemiddelde temperaturen geldt dit nog veel sterker. De variatie in daggemiddelde temperatuur is in Nederland ongeveer 10 ºC, waarbij de uitschieters naar de koude kant groter zijn dan naar de warme kant. Dit betekent dat koudegolven kunnen blijven voorkomen. De kans daarop is de afgelopen eeuw wel afgenomen. De hoeveelheid sneeuw is de afgelopen eeuw ook duidelijk afgenomen. Opvallend genoeg waren drie van de vier afgelopen winters wel sneeuwrijk. Daarvoor hadden we 14 sneeuwarme winters. Voor de volgende eeuw verwachten we op basis van de waargenomen trends, theorie van het winterweer en modelberekeningen gemiddeld een verdere afname van koudegolven en de hoeveelheid sneeuw. bron: knmi.nl