Home » Artikelen » Alpenweerman Winterbeschouwing 2015 – 2016

Alpenweerman Winterbeschouwing 2015 – 2016

We hebben een uitzonderlijk zachte zomer en herfst achter de rug waarbij het weer in de Alpen in het teken stond van extreme warmte (hitte) en thermische hoogstandjes. Alpenweerman.nl beschouwt de aankomende winter en geeft daarbij handige wintersporttips!

Gletsjers
Voor de gletsjers was het, met uitzondering van de zuidelijke Alpen, opnieuw een slecht jaar met een afname van dikte van 150 tot 250cm. Niet verwonderlijk ook, met temperaturen die 2 tot 3 graden hoger uitkwamen dan het langjarige klimatologische gemiddelde beleefden de Alpen een zomer die overeenkwam met hetgeen je in Rome zou mogen verwachten!

Herfst
Ook de herfst was grotendeels bijzonder zacht waarbij onder het regime van warmbloedige hogedruk en de aanvoer van subtropische luchtmassa’s vanuit het zuidwesten opnieuw weer warmterecords werden verbroken. Nog nooit was het in de eerste helft van november zo warm als dit jaar, lokaal steeg het kwik in de eerste week zelfs nog tot 23 à 25 graden!

De grote vraag is wat de winter 2015 – 2016 zal gaan opleveren, is de extreem warme zomer een voorteken voor een zeer zachte winter of evolueren we misschien toch wel richting een strenge winter met vorst en sneeuw? Deze vragen hebben we binnen de Alpenweerman community in diverse winterverwachtingen of beter gezegd winter beschouwingen al uitvoerig aandacht gegeven.

Veel sneeuw in de westelijke Alpen?
Het zachte voorjaar, we richten ons nu op de Alpen, was door het ECMWF al in september voorzien. Vooral oktober en november zouden grosso modo zacht tot zeer zacht gaan verlopen. Voor de komende winter zijn de verwachtingen dat het algemeen aan de zachte kant  zal zijn. De zachte trend wordt toegeschreven aan een sterke voorkeur voor  een zonale hoogtestroming (west) gedurende de wintermaanden. De westhoek krijgt dus de voorkeur en dat betekent dat vooral de westelijke Alpen en de Weststau gebieden steeds weer te maken krijgen met  de invloed van Atlantische depressies en hun storingen. Deze luchtmassa’s mogen dan niet al te koud zijn, ze bevatten echter wel des temeer vocht. Deze vochtige lucht wordt vervolgens als een spons tegen de westelijke Alpen (bergen) “uitgeknepen” en het resultaat zou kunnen zijn dat daar deze winter  het dumpkarakter juist daar het hoogst zal zijn. Algemeen profiteren van de Weststau: westelijke en noordwestelijk Franse Alpenhoofdkam, Wallis, delen van de Berner Alpen, Vorarlberg (Kleinwalsertal) en noordwestelijke Salzburger Alpen.

Winterprognoses, een hachelijke zaak
Overigens blijven seizoenverwachtingen voor onze contreien en ook voor de Alpen een hachelijke zaak. Het opstellen van de nog langere termijn verwachtingen (seizoenverwachtingen) is een hoofdstuk apart en staat ondanks steeds betere resultaten nog steeds in de kinderschoenen van de nog relatief jonge klimaatwetenschap en meteorologie. Wanneer het inderdaad zou lukken om een betrouwbare seizoen prognose te fabriceren dan is dat goud waard en iets waar de gehele wereldeconomie van zou profiteren. Tot de dag van vandaag is dit echter niet mogelijk gebleken en ook de komende jaren zal daar niet veel aan veranderen.  Daarvoor zijn het weer en klimaat eenvoudigweg te complex (chaotisch) en geen model of mens zal in staat zijn dit te kunnen, als is het simpelweg alleen al door het ontbreken van voldoende rekenkracht!

Ook behaalde resultaten in het verleden en vergelijkingen met steeds weer terugkerende weer en klimaat fenomenen zoals bijvoorbeeld El Nino, El Nina, Zonnecycli, vroeg sneeuwdek in Siberië, anomalieën van zeewater temperaturen geven geen echte houvast, laat staan garanties. Datzelfde geldt overigens voor het gedrag van de natuur (flora en fauna) welke als indicatoren voor het komende winterweer geen voorspelbare waarde hebben.

Daarbij komt nog een ander probleem om de hoek kijken. Ook al zouden we instaat zijn de lange termijnprognoses voor de winter goed in kaart te brengen dan nog zegt dit helemaal niets over het daadwerkelijke verloop van de winter en al helemaal niet voor de details. Zo kunnen in een doorsnee te warme winter ook dagen met sneeuw en vorst voorkomen en kunnen in koude winter ook zachtere fases voorkomen waarbij juist in de Alpen de sneeuw met bakken uit de hemel komt vallen. Alles hangt af van kleinschalige factoren en fenomenen waarbij het uiteindelijk aankomt op de exacte  posities van de voor onze contreien belangrijke sturende drukgebieden. Het opstellen van precieze gedetailleerde seizoen prognoses is dan ook een utopie en enkel te realiseren met behulp van een horoscoop, het kijken in een glazen bol of middels het observeren van het gedrag van mieren dan wel eekhoorns die beukennootjes hamsteren: voorspellende waarde van dit alles – nihil- !

Dan rest nog de vraag in hoeverre er andere factoren invloed kunnen hebben op de komende winter. Daarbij doel ik met name op grootschalige gebeurtenissen zoals die momenteel gaande zijn. In de voorgrond staat die “mogelijke” extreem koude winter 2015 -2016 (horror winter) veroorzaakt door een Super El Niño waarbij  ook het zeewater van de noordelijke Atlantische Oceaan, wat dit jaar uitzonderlijk koud is, nog zijn steentje zal bijdragen.  Voor de geïnteresseerden verwijs ik graag naar de volgende link(s)  waar we daar dieper op ingaan.

Sneeuwzeker, kies voor hoogte, succes gegarandeerd
Tja, en dan de wintersporter die die afgelopen winter dagelijks met misschien wel geknepen billen de weerberichten volgt in de hoop dat die grote sneeuw (dump) nu eindelijk eens gaat vallen. Algemeen zien we dat het zogenaamde “Einwintern” of “Einschneien” pas in december plaatsvindt. Vroege sneeuw is niet gunstig en smelt beneden de 2000 meter meest weer weg.  Beter is dat de warmte uit de bodem verdwijnt en dan pas de sneeuw valt. Deze combinatie is het meest gunstig voor een stabiel laag die tevens de basis zal vormen voor het winter(sport)seizoen 2015-2016.

Dan rest nog de vraag wat geldt als sneeuwzeker in de Alpen? Algemeen kan men stellen dat sneeuwzeker wintersportgebieden die gebieden zijn waar tenminste gedurende 100 dagen per jaar wintersport kan worden beoefend en waarbij een minimale sneeuwhoogte van 30 centimeter bereikt dient te worden. Algemeen geldt hoe hoger hoe sneeuw zekerder. Kies je voor een hoogte van 1800 meter of meer dan zit je goed, neerslag in de wintermaanden valt daar in principe alleen in vaste vorm en sneeuwzekerheid is daar gegarandeerd.

Beneden de 1800 tot 1500 meter zijn we al wat meer afhankelijk van de koudere dan wel zachtere luchtmassa’s en hoe lager je komt hoe sterker die effecten een rol gaan spelen. Dat geldt natuurlijk ook voor de kwaliteit en dikte van het aanwezige sneeuwdek. Daarnaast kennen de Alpen een grote diversiteit aan orografie waarbij elke streek en zelfs dal weer zijn eigen microklimaat kent. Juist dit maken de Alpen en het Alpenweer tot iets uniek en steeds weer is het een uitdaging voor ons weermannen om dit goed “in kaart” te brengen!

Tip!
Tot slot nog onze “geheimtip” voor de wintersporter: zoek eens de gebieden aan de Alpenzuidkant op. Ze zijn over het algemeen sneeuw zekerder dan aan de noordkant,  altijd in optima forma geprepareerde rustige pistes en daarnaast kun je er ook nog eens genieten van veel zon en de heerlijke (Italiaanse) keuken.

Meer over het weer in de Alpen? Kijk dan op Alpenweerman.nl!