Tekst Arie Verrips

Sommige weerspreuken komen vaak uit, andere bijna nooit of alleen bij toeval. Het Weer Magazine houdt de zin en onzin van weerspreuken tegen het licht.

Dieren als weervoorspellers, ze worden in menig weerspreuk genoemd. Een heel enkele keer komt zo’n weerspreuk uit, maar veel vaker maar voor een deel, of helemaal niet. Maar ditmaal een spreuk die wat vaker uitkomt. Bovendien is het een spreuk die niet alleen in de zomer, maar ook in het najaar toepasbaar is.

Spinnen maken hun web om insecten te vangen die na het aanvliegen vast blijven zitten in het spinnenweb. Als er veel wind staat, of het regent, zal de spin het web niet maken. Binnen de kortste keren waait of regent een eventueel web kapot, dus ziet een spin al snel dat het zinloos is. Bovendien loopt de spin zelf gevaar, dus deze zal eerder een schuilplek uitzoeken.

Maar is het mooi weer en er staat maar weinig wind dan zal de spin heel actief worden. Andere insecten komen ook tevoorschijn uit hun schuilplaats en daarvan zullen er dan een aantal in het spinnenweb terechtkomen. Het vaakst zal dit gebeuren als het web op een beetje een donkere plek hangt, of tijdens schemering of duisternis. Het web zal ook langer in stand blijven als de lucht niet al te droog is. Dit verklaart waarom we in de herfst nog meer spinnenwebben zien dan in de zomer, maar wel bij mooi weer! In vochtige lucht, met name tijdens mist, kunnen we de webben mooi zien, vooral vanwege de vele dauwdruppeltjes, die zich op het web vastzetten.
In de winter zien we niet of nauwelijks spinnen, omdat er dan maar heel weinig muggen of andere insecten zijn. In de loop van het voorjaar zien we ze weer verschijnen.

Als de spinnen buiten vlijtig weven dan IS het mooi weer, en niet het WORDT mooi weer. Zoals vaker hier gezegd dieren ‘voorspellen’ niet het weer, maar reageren op het weer en dat geldt lang niet alleen voor spinnen.

Er is echter wel iets wat de spreuk redelijk bruikbaar maakt, maar daar heeft de spin niets over te zeggen. Het mooie, droge en rustige weer hebben we vaak niet voor slechts een dag. Soms is het dagenlang rustig en mooi. Dit wordt veroorzaakt door een hogedrukgebied, of een uitloper hiervan, die soms meerdere dagen boven of in de buurt van onze omgeving ligt. Zoiets kan zich het hele jaar wel voordoen, maar we hebben, zoals gezegd, in de zomer en in het najaar de meeste spinnen. En de meeste mensen genieten juist in deze periode het meest van het weer.

De dienstregeling van deze spreuk is dus als volgt: Het wordt mooi weer. De spinnen gaan hun web maken. Het mooie weer houdt enkele dagen aan. En de mens die de genoemde spreuk heeft bedacht, zag ook aan de vlijtig wevende spinnen dat het rustig en mooi weer was, en leerde uit ervaring dat het wel meerdere mooie dagen konden worden. In de moderne tijd kijken we natuurlijk niet meer naar de spinnen (tenzij we die in de natuur of tuin tegenkomen), maar wel naar de weerkaarten en computermodellen.