Home » Artikelen » Historisch zachte en natte lente: wat kunnen we verwachten voor zomer 2024?

Historisch zachte en natte lente: wat kunnen we verwachten voor zomer 2024?

De lente van 2024 gaat de boeken in als een van de natste en zachtste seizoenen ooit gemeten. Met een gemiddelde neerslag van 266 mm tegen de normale 157 mm, komt het alleen na de recordnatte lente van 1983. De gemiddelde temperatuur bereikte 11,8 graden, waarmee het het oude record van 11,7 graden uit 2007 overtrof. Bovendien werd in De Bilt slechts één vorstdag geregistreerd, een unicum sinds het begin van de metingen. Het aantal zonuren bleef met 508 aanzienlijk onder het gebruikelijke gemiddelde van 576.

Overschot aan neerslag

Dit voorjaar kenmerkte zich door een overvloed aan regen, met landelijk gemiddeld 265 mm neerslag, wat beduidend meer is dan de gebruikelijke 157 mm. Alleen in 1983 viel er met 282 mm nog meer regen. In grote delen van het midden, zuiden en westen van Nederland werd meer dan 300 mm gemeten, met in de Limburgse heuvels zelfs meer dan 350 mm. Schaesberg sprong eruit met ruim 400 mm, een waarde die slechts twee keer eerder is overschreden: in Boxtel (420 mm) en Wageningen (490 mm) in 1951.

Neerslagsom van januari tot augustus al bereikt

Dit jaar is uitzonderlijk nat geweest. Sinds januari is er al 467 mm regen gevallen, een hoeveelheid die normaal pas in augustus wordt bereikt. Als we terugkijken naar oktober, is er gemiddeld 932 mm gevallen, bijna het dubbele van de gebruikelijke 549 mm. Dit heeft geleid tot een aanzienlijk neerslagoverschot, waardoor veel water naar zee moet worden afgevoerd.

Ook 2023: Een natte lente

Vorig jaar was ook bijzonder nat met 225 mm neerslag. Sinds de start van de neerslagmetingen in 1906 is het slechts negen keer voorgekomen dat er meer dan 200 mm viel in maart, april en mei, normaal de droogste maanden met gemiddeld 157 mm.

Extreem natte april en mei

Hoewel maart iets droger was met 48 mm tegen 58 mm normaal, waren april en mei uitzonderlijk nat. April brak records met 93 mm, en mei zag veel regenval met gemiddeld 95 mm tegen 58 mm normaal. Vooral onweersbuien in mei zorgden voor spectaculaire luchten, zoals op 21 en 26 mei. In het midden en zuiden van het land werd meer dan 100 mm gemeten, met enkele locaties bijna 200 mm. Het noordoosten bleef relatief droger, met 50-80 mm in Groningen.

Recordzachte lente

Naast de overvloedige regenval was de lente ook uitzonderlijk zacht. De gemiddelde temperatuur van 11,8 graden was hoger dan de gebruikelijke 9,9 graden en brak het record van 11,7 graden uit 2007. Maart was bijzonder warm met 9,0 graden tegen 6,5 normaal, en april was 10,8 graden tegen de gebruikelijke 9,7 graden. Mei was ook zeer zacht met een gemiddelde van 15,5 graden tegen 13,4 normaal.

Een vorstdag in De Bilt

De zachte temperaturen zorgden voor weinig vorst. In De Bilt werd slechts één vorstdag gemeten op 23 april (-1,9 graden), een record. Het vorige record was twee vorstdagen in de lentes van 1945 en 1992. De gemiddelde nachttemperatuur in De Bilt was nog nooit zo hoog, met 7,2 graden sinds 1 maart. Het vorige record was 6,5 graden in de lente van 1998.

Warme en zomerse dagen

Dit voorjaar kende negentien warme dagen (20 graden of meer) en drie zomerse dagen (25 graden of meer) in De Bilt. Normaal zijn er vijftien warme en vier zomerse dagen in de lente. Met negentien warme dagen staat deze lente op de tiende plaats sinds 1906. Het record is 30 warme dagen in 2018.

Datum-warmterecords gebroken

In maart en april werden drie datum-warmterecords gebroken. Op 3 maart werd het in De Bilt 15,9 graden, waarmee het oude record van 14,7 graden uit 1930 werd verbroken. Op 14 maart werd 17,8 graden gemeten, wat het oude record van 17,6 graden brak. Op 6 april werd een nieuw record gevestigd met 24,1 graden in De Bilt.

Somberste lente sinds 2013

Deze lente was ook een van de somberste sinds 2013, met in totaal 506 zonuren tegen de gebruikelijke 576. Maart had 126 zonuren (normaal 150), april 167 zonuren (normaal 200), en mei had 214 zonuren (normaal 226). In het noorden scheen de zon het meest (530-570 uur), terwijl het zuiden slechts 440-470 zonuren had.

Prachtig noorderlicht

Ondanks het natte en zachte weer waren er geen winterse neerslag of stormen, maar wel prachtig noorderlicht. Op 4 maart en op 10 en 11 mei was er een schitterende roze, paarse en groene gloed te zien in de lucht.

En de vooruitzichten voor de zomer?

De zomer kan nog alle kanten op qua weer. Opvallend is dat de Atlantische Oceaan momenteel uitzonderlijk warm is, wat betekent dat de lucht daar veel waterdamp kan opnemen. Deze warmte zal waarschijnlijk de komende maanden aanhouden. Wanneer de wind uit deze richting waait, kan dit bij ons extra regenval veroorzaken. Het is belangrijk op te merken dat de hoge temperaturen van de Atlantische Oceaan niet gerelateerd zijn aan de recente El Niño, die nu vrijwel ten einde is.

Is al deze regen het gevolg van klimaatverandering?

De overvloedige regenval van afgelopen lente hangt samen met de vele lagedrukgebieden die het weer in onze regio bepaalden. De recordhoge temperaturen in de lente zorgden voor veel waterdamp in de lucht. Deze hoge temperaturen zijn deels te wijten aan de ongewoon hoge temperaturen van de Atlantische Oceaan.

De KNMI'23-klimaatscenario's voorspellen dat de neerslag in de herfst, winter en lente in de komende decennia zal toenemen, terwijl de zomer droger zal worden. Toch zullen er in de zomer vaker extreme buien voorkomen. Over het algemeen zal er in de toekomst bij lagedrukgebieden meer neerslag zijn, terwijl hogedrukgebieden vaker zullen leiden tot droogte en verhoogde verdamping.

Een vergelijking met vorig Jaar

Vorig jaar rond 10 juni was het bijvoorbeeld zeer warm, met maximumtemperaturen landinwaarts rond de 30 °C. Van 3 tot 17 juni was het toen zonnig en viel er geen regen. Dit illustreert hoe veranderlijk het weer kan zijn.

 

Bron: Weeronline