Het licht van de sterren wordt door de atmosfeer nooit geheel ongehinderd doorgelaten. Ook bij een schone atmosfeer is er enige schittering zichtbaar. De fijne lichtstralen van de sterren worden verstoord door afwisselende warme en koude luchtlagen in de atmosfeer, die een bepaalde turbulentie veroorzaken.
Het sterrenlicht wordt zodoende op vele manieren afgebogen en gebroken. Zeker wanneer onze dampkring vol stof en waterdamp zit, danst het sterrenlicht als het ware heen en weer. Gaan we buiten de dampkring kijken dan zien we de sterren als strakke en regelmatig schijnende lichtbronnen.
Bron en foto Het Weer Magazine 1 2012