Op 29 december 1978 kreeg Nederland te maken met een spectaculaire kou-inval. In de ochtend bereikte de kou als eerste de Waddeneilanden. In Eelde daalde het kwik tot –5,9 °C. In De Bilt was het nog zacht en werd het zelfs nog +11 °C. Tijdens de hierop volgende nacht brak de kou pas goed door. In Groningen was het ’s morgens vroeg al –7 °C, terwijl het in Limburg nog +8 °C was. In een halve dag werd Nederland echter helemaal veroverd door de kou en was de temperatuur in Maastricht ‘s avonds ook al tot –7,5 °C gezakt. In het noorden en midden vroor het toen al streng. Er viel aanvankelijk wat regen met ijzel, die spoedig overging in sneeuw. De krachtige wind wierp hoge sneeuwduinen op. Op Oudejaarsdag van dat jaar daalde het kwik ’s nachts plaatselijk zelfs tot –15 °C, zodat het een van de koudste jaarwisselingen van de vorige eeuw werd.