Met een etmaalgemiddelde temperatuur van 18,9 °C in De Bilt was de zomer van 2018 de warmste sinds 1901. De aanhoudende droogte gaf afgelopen jaar veel schade en overlast.
In De Bilt kwamen voor:
Temperatuur en weersverloop
2018 was in De Bilt met een gemiddelde temperatuur van 11,3 °C het vijfde zeer warme jaar op rij. Het was na 2014 (11,7 °C) bovendien het op één na warmste jaar in de Labrijn- reeks die begint in 1706. Dit beeld past in de trend van een steeds verder opwarmend klimaat. Alle maanden met uitzondering van februari, maart, september en november waren één of meer graden warmer dan normaal. Januari was met gemiddeld 5,6 °C zeer zacht, winterweer kwam niet voor. Opvallend was de storm van 18 januari. De storm hoorde bij de tien zwaarste sinds 1970. Aan de kust werd windkracht 10 gemeten en landinwaarts kwamen windstoten voor tot circa 120 km/uur. Februari was met 0,7 °C koud met aan het einde van de maand een vorstperiode die de eerste dagen van maart doorging. De landelijk laagste temperatuur van het jaar, -10,5 °C werd gemeten op 28 februari in Woensdrecht.
De lente was als geheel zeer zacht, maar kende verschillende gezichten. Maart was gemiddeld koud, maar kende een afwisseling tussen koud en zacht weer. Naast de vorstperiode die op 4 maart eindigde kwam op 17 maart de temperatuur overdag niet boven nul. April was zeer zacht en zeer nat. Er waren twee zomers aandoende perioden. Mei was met een gemiddelde temperatuur van 16,4 °C de warmste meimaand sinds minimaal 300 jaar. De zomer was met een etmaalgemiddelde temperatuur van 18,9 °C in De Bilt de warmste sinds 1901. Het was bovendien zeer zonnig en zeer droog. In De Bilt waren er twee hittegolven, van 15 t/m 27 juli en van 29 juli t/m 7 augustus. In het zuiden en zuidoosten was er een hittegolf die op 12 juli begon en op 8 of 9 augustus eindigde, de langste regionale hittegolf ooit met ook de grootste warmteproductie. Juni was met gemiddeld 17,5 °C tegen normaal 15,6 °C veel warmer dan normaal, ook was deze maand zeer droog. Juli was met een gemiddelde van 20,7 °C de op twee na warmste juli sinds 1901. Op 26 juli werd de landelijk hoogste temperatuur gemeten, het maximum van 38,2°C in Arcen lag slechts 0,4 °C onder de hoogst gemeten temperatuur in Nederland sinds 1901. Augustus was ook zeer warm, maar na een zeer warm en droog begin werd het wisselvallig met minder hoge temperaturen. September begon warm, maar eindigde koud met aan het einde de eerste vorst van het winterseizoen. Gemiddeld over de maand lag de temperatuur dichtbij normaal. Als gevolg van veelvuldige invloed van hogedrukgebieden was het een zeer zonnige maand. Oktober was zacht, maar kende twee gezichten: een nazomerse periode met in het zuiden van 12 tot en met 17 oktober maar liefst vijf zomerse dagen (maximum temperatuur 25,0 °C of hoger) op een rij. Aan het einde van de maand was het kil en nat en in het zuiden viel zelfs wat natte sneeuw. Ook november, die gemiddeld slechts iets zachter dan normaal was, kende een afwisseling tussen zacht weer en een koude periode. December was met 6,1 °C zeer zacht.
Zonneschijn
Met landelijk gemiddeld 2090 uur zon lag het aantal zonuren dichtbij dat in 2003, dat met 2099 uur het zonnigste jaar sinds 1901 was. Normaal is 1639 uur. Vrijwel alle maanden waren zonniger dan normaal, alleen januari was duidelijk somberder dan normaal. Het minst zonnig was het in het noorden met in Lauwersoog 2018 uur zon. In het In De Bilt kwamen voor: Jaar 2018 Normaal 3 8 IJsdagen (max. temp. lager dan 0,0 °C) 50 58 Vorstdagen (min. temp. lager dan 0,0 °C) 132 85 Warme dagen (max. temp. 20,0 °C of hoger) 55 26 Zomerse dagen (max. temp. 25,0 °C of hoger) 9 4 Tropische dagen (max. temp. 30,0 °C of hoger) zuidwesten was het het zonnigst: in Vlissingen scheen de zon ruim 2150 uur. Vooral opvallend was de uitzonderlijk zonnige maand juli met in De Bilt een totaal aantal zonuren van maar liefst 341 uur, tegen 206 uur normaal. Hiermee komt de maand gemakkelijk op de eerste plaats in de lijst met zonnigste julimaanden sinds 1901; het vorige record van 307 uur stamt uit 1904. Het zonnigst was het in het westen en midden van het land.
Neerslag
Met landelijk gemiddeld 607 mm neerslag was 2018 zeer droog. Normaal valt gemiddeld over het land 847 mm. Het droogste KNMI-station was Arcen, daar viel 445 mm. De meeste neerslag viel in Rotterdam: 720 mm.
Het landelijk gemiddeld neerslagtekort (neerslag minus potentiële referentiegewasverdamping) liep begin augustus op tot 309 mm. Een dergelijke waarde wordt ongeveer eens per 30 jaar bereikt. Sinds 1906, het begin van de metingen, was het slechts in vier zomers nog droger. De laatste keer was dat in 1976, tevens het droogste jaar in de reeks met een tekort van 361 mm en een herhalingstijd van 90 jaar. De droge en warme zomer zorgde leidde tot watertekorten waar vooral de landbouw en scheepvaart hinder en schade van ondervonden. De droogte hield ook na de zomer nog lang aan en zo bereikte de Rijn bij Lobith in november haar laagste stand ooit.
Toch vielen er soms ook zware buien, vooral in de maand mei. Op 13 mei viel in het noordoosten tijdens onweersbuien plaatselijk 50-70 mm. In de middag en avond van 29 mei was er in grote delen van Nederland overlast en schade door onweersbuien met zware regen, plaatselijk viel 50-70 mm in enkele uren tijd. Ook kwamen er hagel en windstoten voor. Op 31 mei waren er in het westen en noorden opnieuw zware onweersbuien met ruim 50 mm. Op 5 september viel er op grote schaal in het Groene hart 40-70 mm, op sommige plaatsen meer dan 100 mm. In Boskoop werd 168 mm gemeten in enkele uren tijd met veel overlast tot gevolg. Sneeuw was in 2018 zeldzaam. Tijdens de koude periode eind februari en begin maart viel op veel plaatsen wat sneeuw, maar lang bleef deze meestal niet liggen. Op de Waddeneilanden viel eind februari plaatselijk 15 cm. Op 16 december viel in de nacht en ochtend 1-3 cm sneeuw, die dezelfde dag nog weer wegsmolt.