Sommige weerspreuken komen vaak uit, andere bijna nooit of alleen bij toeval. Het Weer Magazine houdt de zin en onzin van weerspreuken tegen het licht.
We hebben het al zo vaak gezegd, het weer heeft geen geheugen. Zelfs na een zeer lange periode van warm weer kan het in de periode direct erna lange tijd koud zijn, of omgekeerd. Wel speelt de ligging van de Benelux aan de Noordzee een rol en de vaak aanlandige wind vanuit westelijke richtingen. Maar omdat na een weersomslag de wind soms lange tijd uit totaal andere richtingen kan waaien dan voorheen, is soms van persistentie niets te merken. We denken hierbij bijvoorbeeld aan een forse vorstperiode met oostenwind, die volgt op een zachte decembermaand. Of de meer wisselvallige periode die we dit jaar hadden na de beroemde hittegolf. Terwijl het voor deze hittegolf in juli ook vaak koel weer was. Het kan steeds alle kanten uit. Toch bleven onze voorouders oorzaken zoeken naar een weersomslag en zochten zij naar verbanden om het weer in de toekomst te kunnen ‘voorspellen’. Het was immers van groot belang bij het uitoefenen van het boerenbedrijf om te weten wat het weer ging doen.
We hebben uitgezocht of bovenstaande spreuk in deze tijd van het jaar uitkomt. Overigens hebben we dit jaar in augustus wel grote neerslagverschillen in ons land. Zo viel er in de hele noordwestelijke helft van het land veel regen. In Noord- en Zuid-Holland, Flevoland, Friesland en Groningen viel op veel plaatsen meer dan 100 mm, plaatselijk 160 tot 180 mm. Maar in het gebied ten zuidoosten van een lijn van Twente, over de Veluwe, richting Tilburg en verder richting Zeeland was het op veel plaatsen duidelijk droger dan normaal en viel er soms maar net iets meer dan 20 mm regen. De invloed van het veel te warme Noordzee- en IJsselmeerwater zal een rol hebben gespeeld. Zoiets zien we vaker na of zelfs nog tijdens een warme zomermaand.
Als we kijken naar de top-30 van de natste augustusmaanden in relatie tot de top-30 van droge (meteorologische) herfsten. De droogste herfsten waren 1953 (52,2 mm), 1920 (52,3), 1921 (79), 1948 (84) en 1931 (111). De natste augustusmaanden waren 1912 (221 mm), 1969 (198), 1917 (188), 1963 (184) en 2006 (181). Voor wat betreft de top-5 klopt er van de spreuk dus weinig. Alle cijfers gelden voor De Bilt, vanaf 1901.
Duiken we verder de top-30 in, dan blijkt er van de spreuk ook maar weinig te kloppen en al helemaal niet keer op keer. Na de dertig natste augustusmaanden zijn er maar vier herfsten in de top-30 van herfsten die droog waren. De natte augustusmaand van 1969 met 198 mm werd gevolgd door een droge herfst, waarin 116 mm regen viel, goed voor een negende plaats. De op een na droogste herfst van 1920 met ruim 52,3 mm werd voorafgegaan door een vrij natte augustusmaand, waarin 115 mm viel, goed voor een bescheiden vijfentwintigste plaats. In1953 klopte de spreuk iets beter, toen er in de herfst 52,2 mm regen viel (koploper) en in augustus 128 mm, goed voor een vijftiende plaats. In 2014 was er ook een natte augustusmaand, goed voor een elfde plaats, de herfst was vrij droog en staat op de vijftiende plaats. In 1921 was er een droge augustus met 30 mm, er volgde ook een droge herfst (79 mm).
We hebben, zoals zo vaak bij spreuken, die ver vooruit kijken, dus helemaal niets aan deze spreuk! Maar dit jaar is wel bijzonder omdat we in augustus zulke grote regionale neerslagverschillen hadden. Mochten we een droge herfst krijgen, dan zullen bijvoorbeeld mensen in Flevoland en Noord-Holland zeggen dat de spreuk dit jaar prima klopt. Er is overigens geen reden om aan te nemen dat de spreuk regionaal beter klopt dan in De Bilt.