Home » Artikelen » Komt Pasen begin april, dan valt de vriezeman stil.

Komt Pasen begin april, dan valt de vriezeman stil.

Weerspreuk

Tekst Arie Verrips

Dit jaar valt Pasen laat, en wel op 17 en 18 april. De eerste dag van Pasen valt altijd op de eerstvolgende zondag met volle maan na het begin van de lente op 21 maart. Een volle maan op de eerste dag van de lente geldt ook, maar als deze op een zondag valt, dan wordt Pasen pas de volgende zondag gevierd. Dit kan dus op zijn vroegst op 22 maart zijn. De laatst mogelijke Paasdag is dan 25 april. Eeuwen geleden, al in de achtste eeuw, is dit in religieuze kringen vastgesteld. Zeven weken later is het Pinksteren.

Doordat Pasen – in tegenstelling tot de kerstdagen – ieder jaar op een andere datum valt, kan het weer van jaar tot jaar sterk verschillen, zeker in de lente, waarin het weer soms zelfs van dag tot dag sterk kan verschillen. Dat zagen we bijvoorbeeld in 1979. Pasen viel op 15 en 16 april. Op Eerste Paasdag was het warm, maar op de Tweede Paasdag was het overdag slechts een graad of 6.

En in 2008 viel Pasen heel vroeg, op 23 en 24 maart. Het was toen koud, er vielen sneeuwbuien en de dag na Pasen viel er zelfs een laag sneeuw. Sneeuw is met Pasen overigens vaker voorgekomen. Je kunt hooguit zeggen dat de kans op sneeuw tijdens een vroege Pasen groter is en dat de kans op warm weer tijdens een late Pasen groter. Weerspreuken veranderen er niets aan.
Zo is een bekende weerspreuk: ‘Aprilletje zoet, heeft niet zelden een witte hoed.’

De spreuk van dit keer suggereert dat het na de Pasen aan het begin van april stopt met vriezen. Nu zagen we al dat Pasen steeds op een andere datum kan vallen, maar we kunnen wel kijken of het – laten we het ruim nemen – de eerste helft van april de tijd is dat de vorst verdwijnt. Na onderzoek blijkt daar weinig van te kloppen.

Overdag vriest het in april niet meer. De laatst opgetreden ijsdag in het winterseizoen was in De Bilt op 12 maart 1947, toen het niet warmer dan -1.2 graden werd. Op 29 maart 1952 is het nog een keer 0.1 graad gebleven. Tijdens de nachten kan het in heel april nog volop vriezen, ook in het huidige warmere  klimaat. Maar zelfs tijdens de laatste tien dagen van mei zijn er nog wel datums geweest dat de temperatuur tot rond het vriespunt daalde.

Rond het midden van de maand zien we wel een piepkleine tendens die de spreuk nog wat krediet geeft. Zo zien we tijdens de eerste maandhelft van april nog redelijk wat dagen dat de temperatuur tot net onder -5 graden daalde, matige vorst dus. In De Bilt gebeurt dit de tweede helft van de maand niet meer. Ook de maximumtemperaturen worden half april duidelijk hoger. Tot de 13de zijn er in De Bilt alleen warme dagen voorgekomen. Maar op de 14de  werd het in 2007 27.6 graden en de twee dagen erna werd het respectievelijk 28.9 en 27.3 graden. En vanaf de 19de april zijn alle datumrecords zomers, boven de 25 graden. Opvallend veel zijn er deze eeuw gevallen, maar ook eerder in de maand sneuvelden er veel datumrecords.

De uitspraak dat de vriezeman begin april stilvalt is dus veel te kort door de bocht. Iemand die goed oplet en oog heeft voor detail kan wel zien dat de gemiddelde temperaturen rond half april wel wat sterker oplopen. We zien dat zelfs in de grafiek van decadenormalen terug. Tussen de tweede en derde decade maakt de gemiddelde maximumtemperatuur een sprongetje van bijna 3 graden omhoog.