Temperatuur en weersverloop
Met een gemiddelde temperatuur in De Bilt van 11,2 °C, was de lente de op één na zachtste sinds het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Alleen de lente van 2007 was met 11,7 °C nog zachter. Het langjarig gemiddelde bedraagt 9,5 °C. Het uitzonderlijk zachte weer houdt inmiddels zes maanden onafgebroken aan. De afgelopen winter eindigde daardoor ook al bij de zachtste in drie eeuwen.
Maart ging zeer zacht en zonnig van start. Overdag steeg het kwik tot recordwaarden en ’s nachts koelde het dikwijls af tot onder het vriespunt. De dagelijkse gang, het verschil tussen de minimumtemperatuur en maximumtemperatuur, bedroeg vooral landinwaarts vaak meer dan vijftien graden. In het voorjaar is een verschil van ongeveer zeven graden normaal. De derde week werd tijdelijk koele lucht aangevoerd en lag het kwik gemiddeld rond of beneden normaal. De laatste dagen van de maand was het opnieuw zonnig en zeer zacht. Uiteindelijk ging maart als zeer zacht de boeken
in met 8,4 °C, normaal is 6,2°C. Alleen in 1991 en 1990 was het nog zachter.
Met een gemiddelde temperatuur van 12,1 °C tegen 9,2 °C normaal, eindigde april op de vierde plaats in de rij van zachtste aprilmaanden sinds 1901. Op een gedeelde eerste plaats in deze lijst staan april 2011 en 2007 met 13,1 °C, op de derde plaats staat ook al een recent jaar; 2009 met 12,2 °C. De maand begon dit jaar gelijk met een serie zeer zachte dagen. De eerste decade van de maand (dag 1 tot en met 10) was met een gemiddelde temperatuur van 12,7 °C de zachtste in ruim een eeuw. De zachte lucht werd aangevoerd uit het (zuid)oosten rond hogedrukgebieden boven het continent. In het midden van de maand werd lucht over zee aangevoerd en daalde de temperatuur naar normale waarden voor de tijd van het jaar. In de tweede helft van de maand werd de stroming oost en liep de temperatuur weer op. Op 25 april werd het in het zuidoosten van het land lokaal voor het eerst dit seizoen zomers warm (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger).
De eerste dagen van de maand mei was het onder invloed van een hogedrukgebied overwegend droog en koel. In de vroege ochtend van 4 mei kwam het op een aantal plaatsen nog tot vorst. Na het rustige begin van de maand volgde van 6 tot en met 14 mei een uitermate wisselvallig, somber en nat tijdvak. Oorzaak waren depressies die vanaf de oceaan via de Britse Eilanden oostwaarts trokken. De temperatuur lag hierbij rond of iets onder het langjarig gemiddelde.
Halverwege de maand stabiliseerde het weer onder invloed van een hogedrukgebied dat via onze omgeving naar Scandinavië trok. Met een naar zuidoost draaiende wind liep de temperatuur op tot boven normaal. Op 19 mei werd het in het zuiden van het land zomers warm (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger), op de 20ste was dat in een groot deel van het land, waaronder De Bilt, het geval. De landelijk hoogste temperatuur, 28.2 °C werd die dag gemeten in Eindhoven en in Twente. In De Bilt was het de enige zomerse dag van de maand, normaal telt mei drie van dergelijke dagen.
Naar het einde van de maand toe werd het weer steeds wisselvallig onder invloed van een lagedrukgebied boven zuidwest en later West-Europa. Meestal was het daarbij warmer dan normaal, maar tijdens langdurige regen rond Hemelvaartsdag juist uitgesproken koel.
De gemiddelde temperatuur is in De Bilt in mei uitgekomen op 13,2 °C, vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde van 13,1 °C. In totaal komt het aantal warme dagen deze lente uit op twintig, tegen veertien normaal. Het aantal zomerse dagen was één, het langjarig gemiddelde
bedraagt vier zomerse dagen. Op 3 en 4 mei kwam het in de vroege ochtend lokaal nog tot vorst. In De Bilt werd de laatste vorstdag (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) genoteerd op 16 april. In totaal werden er negen vorstdagen gemeten, tegen twaalf normaal.
Neerslag
De hoeveelheid neerslag deze lente is uitgekomen op 162 mm regen tegen een langjarig gemiddelde van 172 mm. Met name maart was een droge maand. Landelijk gemiddeld viel toen slechts 26 mm tegen 68 mm normaal. Op sommige plaatsen viel toen minder dan 10 mm regen. Ook in april viel met 38 mm wat minder dan de gebruikelijke 44
mm regen. Mei was nat met een neerslagsom die gemiddeld over het land is uitgekomen op 98 mm tegen 61 mm normaal. De regionale verschillen in neerslaghoeveelheid waren in mei bijzonder groot. De minste neerslag viel langs de kusten, op sommige plaatsen tot nu toe niet meer dan 55 mm. In Drenthe viel het meest, lokaal 211 mm. In
ruim een halve eeuw (sinds 1951) is alleen in 1984 nog meer regen gevallen. Door het vaak buiige karakter van de regen waren de regionale verschillen fors. Van de KNMI-stations was Hoogeveen het
natst met 316 mm en Maastricht het droogst met slechts 73 mm.
Opmerkelijk was het grote aantal dagen met zomers aandoende buien die vergezeld van onweer en hagel lokaal overlast veroorzaakten op 23, 24, 25, 29, en 30 april. Ook in mei kwam het op enkele dagen lokaal tot zware buien. Op 26 mei viel in een strook van Overijssel via Drenthe naar Friesland 50 mm of meer. In Rheezerveen werd die dag 75 mm afgetapt, ruim de hoeveelheid die normaal in de hele maand valt.
Zonneschijn
De lente was zonnig met gemiddeld over het land 597 zonuren tegen een langjarig gemiddelde van 517 uren zonneschijn. Het zonnige karakter is vooral te danken aan maart. Deze maand was record zonnig met landelijk 208 zonuren tegen 125 normaal. In april week het aantal zonuren met 178 nauwelijks af van normaal. Mei was wat aan de sombere kant met 209 zonuren tegen normaal 213. Op de
Wadden scheen de zon het meest, Terschelling noteerde 635 zonuren. In de oostelijke helft van het land was de zon het minst te zien, in Deelen op de Veluwe niet meer dan 538 uren.
Dit artikel is eerder verschenen in Het Weer Magazine 3 2014