Home » Artikelen » Lente 2020: Vrij zacht, zeer droog & record zonnig

Lente 2020: Vrij zacht, zeer droog & record zonnig

Tekst: Yorick de Wijs, KNMI, Weer- en Klimaatdiensten

Temperatuur en weersverloop

Met een gemiddelde temperatuur van 10,3 °C in De Bilt tegen 9,5 °C normaal was de lente van 2020 vrij zacht, hetgeen vooral voor rekening kwam van april. Maart was vrij zacht met 6,8 °C tegen 6,2 °C normaal. April was met 11,1 °C tegen 9,2 °C zeer zacht en goed voor een zesde plaats in de lijst met warmste aprilmaanden. Mei was daarentegen een normale maand met 13,1 °C tegen 13,1 °C normaal.

Maart kende een duidelijke tweedeling. De eerste veertien dagen waren een voortzetting van het zachte en wisselvallige weer van afgelopen winter. In een krachtige westelijke stroming was het een komen en gaan van storingen en was het weer somber en nat, met vooral van de 10de  tot en met de 13de ook veel wind. Daarbij lagen de temperaturen over het algemeen boven normaal. Door de bewolking en wind waren vooral de nachten soms erg zacht; op 11 maart kwam de temperatuur plaatselijk niet onder de 10 °C. Vanaf 15 maart veranderde het weerbeeld en kregen hogedrukgebieden de overhand. Er volgde een zonovergoten en droge tweede maandhelft, met temperaturen die in een westelijke stroming aanvankelijk boven normaal lagen. Op 18 en 19 maart werd het in het zuidoosten plaatselijk 17 °C. Vanaf 21 maart kwamen we in een oostelijke stroming onder invloed van een hogedrukgebied boven Scandinavië en volgde er een duidelijk koudere periode, waarin vooral de nachten soms koud waren. Het koudst werd het op 30 maart in Hupsel met -6,6 °C, de laagste temperatuur van deze lente en tevens kouder dan het afgelopen winter is geweest. Tegen het einde van de maand vielen er plaatselijk enkele lichte winterse buitjes. In De Bilt kwam de temperatuur in maart op zes dagen onder het vriespunt (tegen acht normaal), vrijwel allemaal in de laatste periode.

April kende een vrij somber en koud begin met maxima rond 10°C en op uitgebreide schaal lichte vorst in de nachten. In het oosten van het land vroor het in de eerste nacht plaatselijk zelfs matig. Op 4 april draaide de stroming naar zuid en werd er duidelijk zachtere lucht aangevoerd. Onder invloed van een hogedrukgebied bleef het op de meeste plaatsen droog, was het zeer zonnig en liepen de temperaturen verder op. Vooral op 8 en 12 april was het zeer warm. Op 8 april werd het in het zuiden plaatselijk zomers warm (25 °C of meer), in De Bilt kwam het net niet tot een zomerse dag. Tweede Paasdag (13 april) kregen we te maken met een koude noordelijke stroming met meer bewolking en plaatselijk een bui. De maxima kwamen nauwelijks boven de 10 °C uit en in de nachten vroor het landinwaarts licht. Vanaf 16 april bevonden we ons onder de invloed van hogedrukgebieden, met wind uit richtingen tussen noord en oost en overwegend droog en uitermate zonnig weer. De temperatuurverschillen waren soms groot; in het zuiden lagen de maxima (ruim) boven de 20 °C terwijl de temperatuur in het noordelijk kustgebied soms op 12°C bleef steken. Op 20 en 21 april stond er vooral landinwaarts ook opvallend veel wind. Pas na Koningsdag (27 april) wisten storingen vanaf de Atlantische Oceaan ons te bereiken en kregen we een bewolkt en regenachtig einde van de maand. April telde in De Bilt vier vorstdagen en geen zomerse dagen, beiden gelijk aan de normaal.

Mei begon koel in een noordwestelijke stroming met verspreid over het land enkele regen- en onweersbuien. Vanaf Bevrijdingsdag (5 mei) werd het onder invloed van een hogedrukgebied zonnig en droog en vanaf de 7de stegen de maximumtemperaturen op de meeste plaatsen tot ruim boven de 20 °C. Op 9 mei werd het in het midden en zuiden plaatselijk zomers warm (25 °C of meer). De dagelijkse gang was soms groot, met in het noordoosten minimumtemperaturen rond het vriespunt. Op 10/11 mei passeerde een koufront met bewolking en buien waarachter een stevige en koude noordenwind opstak, met zware windstoten aan de kust. Van 11 tot en met 14 mei was het koel voor de tijd van het jaar, met maxima die uiteenliepen van 10-11 °C in het noordelijk kustgebied tot een graad of 14 °C in het zuidoosten. In de nachten vroor het plaatselijk licht, op 13 en 14 mei ook in De Bilt terwijl mei daar normaal geen vorstdagen kent. In de tweede helft van de maand domineerden hogedrukgebieden in onze omgeving en was het opnieuw zonnig en droog. Alleen van 22-24 mei was het koeler met enkele (onweers)buien. Op 21 mei was het zomers warm en werd in Westdorpe met 28,7 °C de hoogste temperatuur van de lente bereikt. De Bilt registreerde met 26,7 °C de enige zomerse dag van de lente, normaal zijn dat er vier. Het aantal warme dagen (20 °C of hoger) lag met vierentwintig ruim boven het langjarig gemiddelde van veertien. De lente telde in totaal twaalf vorstdagen (minimumtemperatuur onder 0,0 °C), het normale aantal.

Neerslag

De lente was zeer droog met gemiddeld over het land 87 millimeter neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 172 millimeter. Maart was al vrij droog met gemiddeld 58 millimeter tegen 68 millimeter. April en mei waren zelfs zeer droog met 11 millimeter (tegen 44 millimeter normaal) en 18 millimeter (tegen 61 millimeter normaal), beide goed voor een plaats in de top-10 droogste april- en meimaanden. In De Bilt viel er in de maand mei 12 millimeter tegen 62 millimeter normaal, goed voor een derde plaats achter mei 1922 (6 millimeter) en mei 1989 (10 millimeter). Vrijwel alle neerslag in maart en daarmee ook het grootste deel van de neerslag van deze lente, viel in de eerste veertien dagen van de maand. De verschillen waren groot; in het zuiden was het plaatselijk zelfs nat. Op 5 en 6 maart bracht een klein lagedrukgebied in de zuidelijke helft van het land 15-20 millimeter, in Zeeland lokaal 35 millimeter neerslag. Ook 10 en 11 maart waren onstuimig met veel wind en in het zuiden lokaal 25-30 millimeter. De meeste neerslag viel deze lente in het zuiden van het land, ca. 100 millimeter. Het droogst was het in het westen en noorden van het land met lokaal slechts 50-60 millimeter neerslag. In De Bilt viel 92 millimeter tegen 171 millimeter normaal. Zowel april als mei telden in het zuiden en oosten van het land plaatselijk slechts vier à vijf neerslagdagen. Door de weinige neerslag nam het neerslagtekort toe tot een uitzonderlijk hoge waarde van 162 millimeter op de laatste dag van mei, normaal zo’n 55 millimeter.

Zonneschijn

Met gemiddeld over het land 805 uren zon tegen 517 uren zon normaal was het de zonnigste lente sinds het begin van de betrouwbare metingen in 1901. Het vorige record stond op naam van 2011 met 743 zonuren. Alle drie de maanden waren uitzonderlijk zonnig. Maart en mei kwamen met landelijk gemiddeld 194 zonuren (normaal 125 zonuren) en 324 zonuren (normaal 213 zonuren) beide in de top-5 zonnigste maart- en meimaanden. April was zelfs record zonnig met 287 zonuren tegen 178 zonuren normaal. Het zonnigst was het zoals gebruikelijk in het voorjaar langs de kust met in De Kooy bij Den Helder 848 uren zon. Het minst zonnig was het in het oosten van het land met in Twente 752 uren zon. In De Bilt scheen de zon 792 uur tegen 502 uur normaal, eveneens een record. De lente telde in De Bilt slechts vier sombere dagen, allen in maart, normaal zijn dat er negen.