Vraag:
Onlangs las ik ergens een bericht dat door de opwarming er meer ijs is ontstaan op de Zuidpool. Dat klinkt niet logisch. Hoe zit dat precies?
- H. de Roest, Houten
Antwoord:
De hoeveelheid zee-ijs rond Antarctica is inderdaad significant toegenomen sinds het begin van de satellietmetingen in 1979. Deze toename is het sterkst in het winterhalfjaar, van april tot september. De toename van het zee-ijs is eerder vaak verklaard door het ontstaan van het ozongat boven Antarctica of door een toename van de westenwinden rond het continent. Geen van beide mechanismen verklaart echter waarom de oceaan rond Antarctica aan het oppervlak afkoelt.
Een recente studie door een team van KNMI-onderzoekers in Nature Geoscience laat zien dat een groot gedeelte van zowel de afkoeling van het oceaanwater als de toename van het zee-ijs via een omweg samenhangen met de opwarming van de aarde. Warmer oceaanwater op dieptes van 150 tot 1500 meter zorgt er namelijk voor dat drijvende ijsplaten en gletsjers die in zee uitmonden sneller smelten en afkalven. Het daarbij gevormde smeltwater is zoeter en dus lichter dan het zoute water van de Zuidelijke Oceaan. Dit smeltwater vormt een tientallen meters dikke isolerende laag aan het oppervlak, bovenop het warmere en zoutere oceaanwater. De isolerende zoetwaterlaag zorgt ervoor dat de afkoeling van het oceaanoppervlak in de winter, als de lucht kouder is dan de oceaan, over een geringere diepte plaatsvindt en derhalve sterker is dan voorheen. Als gevolg daarvan ontstaat er meer zee-ijs. Verdere gevolgen van een koeler oceaanoppervlak en meer zee-ijs zijn dat de sneeuwval op Antarctica niet toeneemt en dat het zuidelijk halfrond langzamer opwarmt.