Na een flinke regenbui ruikt het vaak heerlijk fris. Wat ruiken we eigenlijk precies? En hoe ontstaat die geur?
Griekse term
De term komt uit oude Griekenland. Het is een combinatie van de Griekse woorden ‘petra’ – wat ‘steen’ betekent – en ‘ichor’, wat in Griekse mythologie het bloed van de goden is. In 1964 werd deze term geïntroduceerd in het blad Nature door de Australische Isabel Joy Bear en de Brit Roderick G. Thomas.
Chemisch te verklaren
Niet alleen dankbaarheid doet een regenbui zo heerlijk geuren na een lange periode van droogte. Het is allemaal chemisch te verklaren. Bacteriën, planten en zelfs bliksem spelen allemaal een rol in het maken van die aangename geur; die van schone lucht en natte aarde.
Op het moment dat een regendruppel de droge grond raakt, wordt een bacterie die zich in de grond bevindt geactiveerd om een molecuul aan te maken. Die specifieke molecuul is geosmine, wat in het Grieks letterlijk ‘aard-geur’ betekent. De samenstelling van geosmine is: 1,10-trans-dimethyl-trans-(9)-decalol. De geur heeft iets weg van vers geploegde grond of modder. Dus als je zegt dat je vochtige grond ruikt, ruik je eigenlijk een molecuul dat is aangemaakt door een bepaald type bacterie.
Kun je het ook proeven?
De bacterie die geosmine aanmaakt (van het geslacht Streptomyces) bevindt zich in rottend materiaal en in de bodem. Om die reden zal geosmine de meeste eetbare producten een grondsmaak meegeven, wat nadelig kan werken. Bij een aantal producten is dit molecuul echter júist de smaakmaker, zoals bij de rode biet.
Waarom ervaren we deze geur als aangenaam?
Waarom dit precies zo is, daar zijn wetenschappers nog niet over uit. Sommigen beweren dat die geur mensen blij maakt, omdat voorouders afhankelijk waren van regenval om producten te groeien en voort te bestaan. Dankbaarheid doet er wellicht dus tóch nog een schepje bovenop!