Regen en motregen zijn beide vloeibare neerslagvormen. De diameter van de vallende druppels zijn maatgevend voor welke soort er valt. Motregen bestaat uit nietige druppeltjes met een diameter van kleiner dan 0,5mm. Regendruppels hebben een diameter die groter of gelijk is aan 0,5 mm. Groter dan circa 6 mm worden regendruppels niet, de druppels splitsen zich dan weer in enkele kleinere druppels.