Home » Artikelen » Winter 2011-2012: Zacht, zonnig en vrij nat

Winter 2011-2012: Zacht, zonnig en vrij nat

Temperatuur

De winter was zacht met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 4,1 °C, tegen 3,4 °C normaal. Van de afzonderlijke maanden was december de op vier na zachtste december sinds 1901 met een gemiddelde temperatuur van 6,5 °C tegen een langjarig gemiddelde van 3,7 °C. Op de eerste plaats in deze ranglijst staat december 1974 met een gemiddelde van 7,3 °C.

Op de meeste dagen van de maand was er sprake van een krachtige westelijke stroming waarmee zachte lucht vanaf de Atlantische Oceaan werd aangevoerd. Tot vorst kwam het niet of nauwelijks. In De Bilt kwam het alleen op de 19e tijdens deze wintermaand nipt tot vorst. Normaal telt december dertien vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C). Op een flink aantal plaatsen werd geen enkele vorstdag genoteerd. Ook januari was een zachte maand met een gemiddelde van 4,9 °C tegen 3,1 °C normaal.

Het zeer wisselvallige en zachte weer, dat al zo kenmerkend was voor december, zette zich in januari aanvankelijk voort. Meteen op Nieuwjaarsdag was het uitzonderlijk zacht voor de tijd van het jaar. De landelijke hoogste temperatuur deze winter, 14,1 °C, werd die dag gemeten in Westdorpe en in Ell.

Rond het midden van de maand was het onder invloed van een hogedrukgebied enkele dagen droog en tijdelijk wat kouder. Daarna werd het opnieuw wisselvallig en zacht. Eind januari viel alsnog de winter abrupt in om op 12 februari weer te verdwijnen. De eerste  decade (dag 1 tot en met 10) van februari in De Bilt behoorde met -6,9 °C tot de tien koudsten ooit.

Van 30 januari tot en met 8 februari was er bovendien sprake van de 33ste officiële koudegolf sinds 1901. Een koudegolf is een opeenvolging van minimaal vijf ijsdagen in De Bilt (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C), waarvan ten minste drie dagen met strenge vorst (minimumtemperatuur lager dan -10,0 °C). Op een aantal plaatsen kwam het deze maand op vijf dagen tot zeer strenge vorst (temperatuur beneden de -15,0 °C). De landelijk laagste temperatuur werd gemeten in Lelystad op 4 februari: -22,9 °C. Marknesse was met -22,8 graden vrijwel net zo koud.

In De Bilt werd -18,9 graden gemeten en dat was voor februari de laagste temperatuur sinds 1956. De gure oostenwind liet de gevoelstemperatuur soms dalen tot beneden de -25 graden. Dergelijke gevoelstemperaturen komen slechts eens in de dertig jaar voor.

Aan het zeer koude weer kwam op 12 februari een eind. Daarna was het op de meeste dagen zacht tot zeer zacht voor de tijd van het jaar. De landelijk hoogste temperatuur werd ook gemeten in Lelystad, 13,3 °C op de 23ste. Door het zachte weer liep de maandgemiddelde temperatuur in De Bilt uiteindelijk nog op tot 0,8 °C, tegen 3,3 °C normaal. In totaal telde de winter in De Bilt 25 vorstdagen tegen 38 normaal en dertien ijsdagen tegen zeven normaal.

Neerslag

Met gemiddeld over het land 244 mm tegen 210 mm normaal was de winter vrij nat. December eindigde op een vijfde plaats in de rij van natste decembermaanden sinds 1906 met een landelijk gemiddelde neerslagsom van 136 mm tegen 80 mm normaal. De meeste neerslag viel in Zeeland, plaatselijk werd daar 185 mm afgetapt.

Op de eerste dag van december veroorzaakte een actieve storing in een strook van Zeeland tot Drenthe 20 tot 40 mm regen. Het tijdvak van 13 tot en met 16 december verliep regionaal zeer nat met op enkele plaatsen in Zeeland 80 tot 95 mm regen. In januari viel 97 mm tegen een langjarig gemiddelde van 73 mm.

Met name de eerste vijf dagen van de maand verliepen zeer nat. Landelijk gemiddeld viel in dit tijdvak met 47 mm ongeveer de halve maandsom. In het noorden viel lokaal 80 mm regen. Deze grote hoeveelheid viel op de reeds door het natte decemberweer verzadigde bodem en had wateroverlast tot gevolg.

De eerste dagen van de maand verliepen niet alleen nat, maar ook winderig. Op 3 en 5 januari stond aan zee enige tijd een storm, kracht negen. Tijdens de passage van een actieve buienlijn op 3 januari werden in het noordwestelijk kustgebied zeer zware windstoten waargenomen. Sneeuw viel er de afgelopen winter, in tegenstelling tot de twee voorgaande winters, nauwelijks. In de nacht van 29 op 30 januari viel de neerslag voor het eerst deze winter in de vorm van sneeuw. De sneeuw bleef liggen. Op veel plaatsen ontstond slechts een dun laagje.

Februari was juist een droge maand met landelijk gemiddeld 21 mm tegen 57 mm normaal. Op vrijdag 3 februari trok een ‘lagedrukgebied’ van 1033 hPa van noord naar zuid over Nederland. Er viel op veel plaatsen 3 tot ruim 10 cm sneeuw. In het oosten van het land viel vrijwel niets. De sneeuw zorgde voor veel overlast in het verkeer en openbaar vervoer. De dooiaanval op 12 en 13 februari ging gepaard met ijzel en bevriezing van natte weggedeelten. Het gevolg was gladheid op grote schaal. Van de KNMI-stations was de winter het natst in Eelde met 291 mm. In het Zuid-Hollandse Valkenburg viel de minste neerslag: 208 mm.

Zonneschijn

De winter was zonnig met gemiddeld over het land 235 zonuren tegen 199 zonuren normaal. Zowel in december als in januari week het aantal zonuren niet veel af van normaal. In december scheen de zon gemiddeld over het land 52 uren tegen 49 uren normaal, in januari 70 uren tegen een langjarig gemiddelde van 62 uren. Februari was een zonnige maand met landelijk gemiddeld 113 zonuren tegen 88 normaal.

Tijdens de koudegolf in februari was het vaak zonovergoten. De eerste decade van februari (dag 1 tot en met 10) was de zonnigste eerste februari decade in ruim honderd jaar. Gemiddeld over het land scheen de zon toen maar liefst 61 uren tegen 24 normaal. Het zonnigst was de winter in het Friese Stavoren met 271 zonuren. In het zuidoosten werd de zon het minst gezien, in Maastricht niet meer dan 206 uren.

Bron: het Weer Magazine 2 2012, auteur Rob Sluijter