De namen die gebruikt worden om hurricanes aan te duiden, komen om de zes jaar weer terug. Het NOAA maakte op basis van beelden van de Amerikaanse GOES-satellieten een collage van zes tropische cyclonen met eenzelfde naam: Emily. Deze satellieten houden al meer dan 35 jaar vanaf een positie boven de evenaar het optreden van orkanen en andere weersystemen boven de Atlantische Oceaan en het Caribisch gebied scherp in de gaten.
Zoals elk jaar is ook nu weer op 1 juni het hurricaneseizoen van de noordelijke Atlantische Oceaan en het Caribisch gebied begonnen. De namen die de tropische stormen en orkanen krijgen, zijn al geruime tijd bekend; ze staan in de linkerkolom van de tabel. Om en om is het een jongens- en een meisjesnaam; de eerste letters van die namen hebben de volgorde van het alfabet. De letters Q, U, X, Y en Z doen niet mee, zodat er per jaar 21 namen beschikbaar zijn. De ervaring leert dat dit doorgaans genoeg is. Alleen in 2005 schoot het aantal namen tekort en kregen later optredende tropische cyclonen een aanduiding met letters uit het Griekse alfabet: Alpha, Beta, Gamma, Delta, Epsilon en Zeta. In totaal zijn er zes namenlijsten, met in totaal 126 namen, beschikbaar. Als die allemaal zijn afgewerkt, begint men weer van voren af aan.
Heiligennamen
Hurricanes in het Caribische gebied droegen een aantal eeuwen lang de naam van de heilige van de dag waarop de hurricane optrad. Zo trof bijvoorbeeld de hurricane San Calixto Puerto Rico op 14 oktober 1780. Aan het begin van een vroeg seizoen hield de verwoestende orkaan Santa Ana er huis op 26 juli 1825. Op 8 augustus 1899 raasde de hurricane San Ciriaco over het Caribische eiland en jaren eerder, op 13 september 1876 was dat hurricane San Felipe.
Toen er in 1928 op dezelfde dag opnieuw een orkaan toesloeg, werd dat San Felipe 2. Overigens pasten wij in een ver verleden in Nederland een zelfde principe toe. Zo herinnert De Biesbosch thans nog steeds aan de St Elisabethsvloed van 18 november 1421 en de vloed op ‘St Felix Quade Saterdach’, 5 november 1530, gaf de aanzet tot de ondergang van Reimerswaal op Zuid-Beveland.
De Allerheiligenvloed van 1570 was een van de grootste watersnoodrampen uit de Nederlandse geschiedenis. Een aantal Zeeuwse dorpen en het Verdronken Land van Saeftinghe, met daarin onder andere de later weer op de zee terugveroverde Hertogin Hedwigepolder, kwamen permanent onder water te staan. Een dag van het jaar aanduiden kan natuurlijk ook zonder heiligenkalender. Zo heeft men het in de Verenigde Staten wel over de Labor Day hurricane van 2 september 1935 en de extreem vroeg in het jaar opgetreden Groundhog Day hurricane van begin februari 1952.
Ook kregen hurricanes vaak de naam van de plek waar ze aan land kwamen of waar ze de meeste schade aanrichtten. Voorbeelden zijn de Great Miami hurricane van begin september 1926 en de Great New England hurricane van eind september 1938.
Jongens- en meisjesnamen
Later kwamen de geografische coördinaten in gebruik om informatie over tropische cyclonen uit te wisselen, maar deze praktijk vertraagde de communicatie en gaf aanleiding tot veel fouten in de berichtgeving. Daarom besloot het National Hurricane Centre in 1950 de tropische cyclonen in het Atlantische gebied elk een naam te geven. Door dit gebruik is het gemakkelijker om de verschillende weersystemen op de weerkaart of in de waarschuwingsbulletins uit elkaar te houden. In de eerste jaren werkte men met de namen van het spellingsalfabet. In 1953 kwamen daar meisjesnamen voor in de plaats volgens een vooraf opgestelde namenlijst.
In 1954 was, op een enkele uitzondering na, nog dezelfde lijst in gebruik; daarna kwam er ieder jaar een nieuwe. Vanaf 1960 werkte men met vier verschillende lijsten die in opeenvolgende jaren werden gehanteerd. In 1971 stapte men over op tien verschillende namenlijsten, maar voor die allemaal waren afgewerkt, werd het huidige systeem van zes afzonderlijke namenlijsten ingevoerd. De overgang naar het nieuwe systeem vond plaats in 1979, tegelijkertijd met de invoering van de jongensnamen. Het vaststellen van de namen is de bevoegdheid van de Wereld Meteorologische Organisatie, een onderdeel van de Verenigde Naties waarin alle nationale weerdiensten samenwerken.
Op non-actief
De namen van tropische cyclonen komen om zes jaar weer terug. Daardoor is de lijst van 2018 in principe gelijk aan die van 2012. Toch zijn er wijzigingen mogelijk: als een hurricane veel slachtoffers heeft geëist of ongekende verwoestingen heeft aangericht, wordt de naam niet nogmaals gebruikt. Zo werden Katrina en Rita uit 2005 op non-actief gesteld, vooralsnog voor tien jaar, maar vermoedelijk voor altijd; ze gaan met pensioen, zoals het in het jargon van de berichtgeving over hurricanes heet. Hetzelfde geldt voor de in de voetnoten van de tabel genoemde hurricanes en een groot aantal eerder opgetreden beruchte orkanen, zoals Andrew uit 1992 en Mitch uit 1998.
Satellietbeelden
Hoewel hurricanes gepaard gaan met heftige weersverschijnselen, zoals windsnelheden van orkaankracht, overvloedige regenval en hoog opgestuwd oceaanwater, is het toch mogelijk dat er in het verleden gevallen zijn gemist. Wanneer er alleen waarnemingen vanaf het aardoppervlak beschikbaar zijn, de hurricane niet aan land is gegaan, de scheepvaart er geen last van heeft gehad of de bemanning het na het orkaangeweld niet meer kan navertellen, weet niemand wat er gebeurd is.
Sinds het satelliettijdperk blijven tropische cyclonen echter niet langer onopgemerkt. Op satellietbeelden zijn de orkanen en de voorstadia daarvan goed te herkennen. Zo zouden in het afgelopen orkaanseizoen de tropische stormen Franklin, José en een uiteindelijk naamloos gebleven derde tropische storm van 1 september 2011, zonder satellietbeelden vermoedelijk niet zijn opgemerkt: ze waren zwak, hadden een korte levensduur en lieten de scheepvaart en de bewoonde wereld ongemoeid. Vorig jaar wakkerde in relatief weinig van de negentien tropische stormen de wind aan tot orkaankracht, een vereiste om de status van hurricane te verkrijgen.
GOES-satellieten
Een van de weersystemen die het vorig jaar niet redde, was Emily, die slechts als tropische storm actief was op 6 en 7 augustus 2011. Samen met vijf in eerdere jaren opgetreden, gelijknamige tropische cyclonen biedt ze een goede gelegenheid om het voorgaande te illustreren. Daarbij is het van belang te weten dat het monitoren van de hurricane-activiteit vooral wordt gedaan door de op een vaste positie boven de evenaar geplaatste Amerikaanse GOES-east satellieten.
GOES staat voor Geostationary Operational Environmental Satellite; de oostelijke satellieten hebben vrijwel de gehele Atlantische Oceaan in hun beeldveld. De eerste GOES-satelliet werd gelanceerd in oktober 1975. Dat jaar past precies in de zesjarige cyclus, zodat we misschien al op een eerste satellietbeeld van een Emily zouden kunnen hopen. De naam met beginletter E was echter al vergeven in september. Bovendien ging het destijds nog om een Eloise. Het was de meest verwoestende hurricane van het orkaanseizoen 1975. Daardoor ging Eloise met pensioen en werd de naam vervangen door Emily.
De zes Emily’s
Zes jaar later kwam de naam Emily voor het eerst aan bod. De kersverse GOES-5, gelanceerd op 22 mei 1981, was inmiddels op de locatie GOESeast geplaatst, net op tijd om begin september uurlijks satellietbeelden van de overigens weinig imponerende hurricane te maken. Daarna waren de Emilybeelden een om de zes jaar terugkerend gebeuren. Zo kon de GOES-7, gelanceerd in februari 1987, direct al in september van datzelfde jaar de hurricane Emily, die veel schade aanrichtte in de Dominicaanse Republiek en op de Bermuda’s, in beeld brengen. Ze verplaatste zich met een snelheid van 100 kilometer per uur, dat is sneller dan al haar naamgenoten. In 1993 was de GOES-7 nog steeds operationeel, zodat eind augustus een volgende hurricane Emily in beeld kon worden gebracht.
Alle drie de hurricanes toonden op de satellietbeelden een duidelijk oog. In 1999 was de beurt aan de GOES-8. Eind augustus dook er opnieuw een Emily op, ditmaal als een tropische storm die uiteindelijk opging in de eerder ontstane hurricane Cindy. Op satellietbeelden kon geen oog worden waargenomen.
Bij de volgende Emily in de reeks, die van 2005, was dat weer wél het geval. Deze hurricane was de tot nog toe het meest in het oog springende Emily. Ze vormde zich eerder in het jaar dan al haar naamgenoten en bereikte op 16 juli de kracht van categorie 5: verwoestend. In de archieven, die teruggaan tot 1850, was niet eerder zo vroeg in het seizoen een hurricane van de categorie 5 opgetreden. De luchtdruk in de kern was lager dan die van haar naamgenoten en van andere hurricanes met beginletter E; het was een record voor de maand juli: 929 hPa.
De orkaan werd vanuit de ruimte niet alleen elk uur vastgelegd door GOES- 12, maar ook door de MODIS op de een of tweemaal per dag overkomende Amerikaanse satellieten Terra en Aqua. Bovendien slaagde de bemanning van het internationaal ruimtestation ISS er in de hurricane op een unieke manier in beeld te brengen. De laatste Emily uit de reeks was tamelijk onschuldig. Ze trad op eind juli en begin augustus 2011 en werd in beeld gebracht door onder andere de GOES-13. Voor NOAA, de organisatie die de GOES-satellieten beheert, was het een goede gelegenheid alle Emily’s nog eens door haar Environmental Visualization Laboratory te laten portretteren.
Tekst: Kees Floor
Dit artikel verscheen eerder in Het Weer Magazine 3, 2012.