‘Dit weerhuisje moet op een onverwarmde- of goed geventileerde plaats, b. v. waranda. gang of hal, worden opgehangen. Eerst moet het worden gesteld door den schoorsteen te draaien, en wel dusdanig, dat bij zeer mooi, zonnig weer het vrouwtje naar buiten komt en bij regenachtig weer het mannetje’.
Tekst & beeld Peter Paul Hattinga Verschure
Dit valt te lezen op een vergeeld etiketje dat op de achterzijde van het hier afgebeelde weerhuisje is geplakt. En daarmee is ook meteen de werking uitgelegd. Veel mensenbeschouwen een weerhuisje als een soort barometer, maar in feite is het een hygrometer - of beter: hygroscoop.
De werking berust namelijk op de vormverandering van een vochtgevoelig elementje. In een weerhuisje is dat doorgaans een stukje schapendarm. Dat is bevestigd aan het schoorsteentje op het dak, en verbonden met een draaibaar dwarslatje waarop een mannetjes- en een vrouwtjesfiguurtje staan, beiden in traditionele Beierse klederdracht. Bij veranderende luchtvochtigheid - lees: bij verandering van weersgesteldheid - zorgt de vormverandering van de schapendarm ervoor dat dan wel het mannetje, dan wel het vrouwtje uit het huisje naar buiten draait: het vrouwtje bij droog, mooi weer, en het mannetje bij vochtig, regenachtig weer. Het mannetjeheeft dan een paraplu bij zich.
Zwarte Woud
De oorsprong van het weerhuisje moeten we zoeken in het Zwarte Woud. De vroegst bekende exemplaren dateren uit de zeventiende eeuw. De huisjes hebben de typische vorm van boerenhuizen in het Zwarte Woud. Vaak zie je een hekwerkje voor het huisje. Meestal, zo ook bij ons exemplaar, is tussen de deuropeningen een alcoholthermometertje aangebracht. Vooral in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was een weerhuisje hét souvenir om mee te nemen uit Zwitserland, Oostenrijk en vooral uit Duitsland. In die tijd is de massaproductie van plastic weerhuisjes op gang gekomen.
Het hier afgebeelde exemplaar is een stuk ouder, van voor de tijd van het plastic en de massafabricage. Om het geval nog een schijn van meteorologische accuratesse te geven, is op de grondplaat een schaalverdeling aangebracht die loopt van 0 tot 100 (in het midden) en weer terug naar 0. Daarbij staat links (aan de dameskant) de aanduiding ‘Mooi weer’, in het midden ‘Veranderlijk’ en rechts, aan de herenkant, ‘Regen’. Dat ‘Veranderlijk’ in het midden is grappig: zou dat nu gelden als daar het mannetje staat of als daar het vrouwtje staat…
Dit artikel is eerder verschenen in Het Weer Magazine nr 5 2013.