In veel huiskamers staat een decoratieve bolletjesthermometer. Deze Galileo-thermometer is gebaseerd op een oude uitvinding.
TEKST & BEELD PETER PAUL HATTINGA VERSCHURE
Het is grappig dat in onze tijd waarin zoveel dingen digitaal zijn gemaakt, oude uitvindingen nieuw leven wordt ingeblazen. Een voorbeeld daarvan is de glazen buis met vloeistof waarin gekleurde glasbolletjes zweven, en die tegenwoordig verkrijgbaar is als ‘Galileo-thermometer’. Die is geïnspireerd op een van de eerste vormen van de thermometer. De geschiedenis van de thermometer begint in het Florence van ruim vier eeuwen geleden. Het was Galileo Galilei (1564-1642) die met een proef in 1593 voor het eerst warmte-uitzetting van lucht in een gesloten glazenbol aantoonde.
Hij ontwierp verschillende thermoscopen. Van thermometers kunnen we in die begintijd nog niet echt spreken, want er kon nog niet worden gemeten. De toestellen lieten zien dat de temperatuur varieerde, niet hoeveel precies. In dat land van de ongeëvenaarde glasblaaskunst werden thermoscopen van allerlei verschillende modellen geblazen. Ze werkten alle op het principe dat lucht of wateruitzet bij verwarming, en werkten met een open verbinding met de buitenlucht. Dat daardoor meetfouten konden ontstaan, ontdekte men al snel. Zeker nadat - ook in Florence - het verschijnsel luchtdruk was aangetoond door Torricelli.
Italië was overigens niet het enige land waar met thermoscopen werd geëxperimenteerd. In onze Lage Landen bouwde de uitvinder Cornelis Drebbel (1572-1633) al rond 1610 een vergelijkbaar instrument. In het prachtige boek ‘Saggi di naturali esperienze fattenell’Accademia del Cimento’, dat in 1667 in Florence werd uitgegeven, zien we verschillende soorten ‘instrumenten om veranderingen van warmte en kou in de lucht te herkennen’ afgebeeld. Een daarvan bestaat uit een gesloten glazen cilinderfles met vloeistof, waarin een aantal glazen bolletjes zweven. De werking van deze ‘thermometer’ berust op het gegeven dat de dichtheid van een vloeistof minder wordt als die warmer wordt. De bolletjes die in de fles met vloeistof zweven, zullen bij verwarming naar beneden zakken omdat ze in verhouding zwaarder worden.
Nu werden die bolletjes van nét iets verschillend gewicht gemaakt, zodat de één eerder zinkt dan de ander. Het aantal gezonken en drijvende bolletjes is een maat voor de temperatuur. Deze thermoscoop is omstreeks 1640 uitgevonden. En niet door Galileo, zoals de tegenwoordige naam suggereert, maar door de groothertog van Toscane, Ferdinando II de’ Medici(1610-1670).
Eau de vie
Met de voortschrijdende verbetering van de thermometer verdwenen de thermoscopen van het wetenschappelijke toneel. Dat lot leek ook de ‘Galileo’-bolletjesthermometer van Ferdinando II beschoren. Maar het principe daarvan zou in een andere vorm weer opduiken. In bedevaartsoorden in Frankrijk konden pelgrims in de achttiende en negentiende eeuw bij wijze van souvenir een ‘bouteille de la passion’ kopen. Dat was een glazenfles met daarin afgebeeld een scène van het lijden van Christus in miniatuurvorm. Vergelijkbaar met het bekende zeilschip-in-een-fles. In het dorp Sars-Poteries, dat een centrum van het glasblazersvak was, werd een speciale uitvoering van de passiefles vervaardigd. Die was bestemd voor de verkoop in het bedevaartsoord Liesse-Notre-Dame dat vijftig kilometer verderop lag. De fles was gevuld met ‘eau de vie’, waarin glazen drijvertjes met figuurtjes van allerlei verschillende vorm dreven, en was luchtdicht dichtgesmolten. De drijvertjes stegen of daalden met de verandering van het seizoen, lees: verandering van temperatuur. De figuurtjes representeerden verschillende bijbelse symbolen en personages uit het Lijdensverhaal.
Dat dit soort decoratieve flessen al in de zeventiende eeuw moeten zijn gemaakt, bleek uit een archeologische vondst begin jaren negentig in Amsterdam. Uit een beerput van een huis aan de Prins Hendrikkade kwamen tientallenglazen figuurtjes en bolletjes aan het licht. De kleurige figuurtjes stelden mannetjes, vrouwtjes, vogeltjes en Venetiaanse gondeltjes voor. Ze zijn gedetermineerd als drijvertjes uit een omstreeks 1700 gesneuvelde souvenirfles. Die moet, afgaande op de samenstelling van het glas, in Amsterdam zijn gemaakt. Daar waren in die tijd veel Venetiaanse glasblazers werkzaam.
Terug naar onze eigen tijd. De bolletjes-thermometer is nu onder de naam Galileo-thermometer algemeen verkrijgbaar. Naast zijn decoratieve verschijning is het ook een vrij accurate kamerthermometer. Aan de met gekleurde vloeistof gevulde glazen bolletjes hangen labeltjes waarop temperaturen zijn aangegeven. Het labeltje aan het onderste bolletje dat bovenin drijft, geeft de juiste temperatuur aan. De vloeistof in de glazen buis is een koolwaterstof die is te vergelijken met terpentine. De Galileo-thermometer moet met de nodige voorzichtigheid worden behandeld, want de vloeistof kan bij stukvallen irriterend zijn en vlekken veroorzaken op vloer en meubelen.
Afbeelding:
- galileo thermometers: tadekk, via Flickr
- Galileo Galilei (1564-1642). Oil painting by an Italian painter, 18th (?) century. Iconographic Collections Keywords: oil painting; galileo galilei: After Justus Sustermans [CC BY 4.0], via Wikimedia Commons
Deze column verscheen eerder in Het Weer Magazine nr 3/4 | jul/sep 2017
Geen weerfeiten en weetjes missen? Word dan abonnee en ontvang Het Weer Magazine thuis!