Op 28 juli regende het heel hard in grote delen van Nederland. Dat leverde flink wat wateroverlast op: ondergelopen snelwegen, polders die blank stonden, volgelopen kelders. Komen deze hoeveelheden regen vaak voor en is dat veranderd door de opwarming van de aarde?
Door Het Weer Magazine en KNMI
Op 28 juli trok ’s nachts en ’s ochtends een intens regengebied van het zuiden uit over Noord-Brabant en Zuid-Holland, later een actieve buienlijn tussen de Utrechtse Heuvelrug en Castrium, met ten noorden telkens nieuw ontstane buien. Een intense onweersbui trok recht over de automatische regenmeter van vliegveld Deelen en liet daar binnen een paar uur 131,6 mm regen achter, waarvan 66,8 mm in één klokuur. Om het in perspectief te plaatsen: in de afgelopen 60 jaar is de hoogst gemeten waarde 79 mm in één uur, in Herwijnen op 28 juni 2011. De uursom van Deelen van dit jaar komt op de vierde plek. Daaruit volgt een eerste schatting van de herhalingstijd van 250 jaar; de kans om zo’n hoge waarde op één station te meten is vier keer in duizend jaar. De kans dat het op één van de 32 meetstations in Nederland gebeurt, is eens per 20 jaar.
Kleine, intense buien
Het is nog niet het hele verhaal. Ten eerste weten we niet precies hoe vaak dit soort hoeveelheid voorkomen. De meeste intense buien zijn klein; het handmatig station in Deelen, twee kilometer verderop, mat op de 28e ‘slechts’ 91,5 mm. Het verschil komt door de afmetingen van de bui. Het merendeel van de echte extremen wordt niet gemeten omdat de meeste buien niet boven een weerstation uitregenen maar ernaast. Recordneerslag komt dus vaker voor dan de waarnemingen.
Daarnaast is de uurneerslag toegenomen: de hoogste waarnemingen zijn allemaal van na 2000. In De Bilt zijn uurextremen nu zo’n 20% hoger dan rond 1950. Er is nog een andere manier om de trend te bepalen. Onweersbuien zijn gemiddeld heftiger als het vlak voor de bui warmer en vochtiger is. De luchtvochtigheid is toegenomen; de zwaarste buien geven nu rond de 17% hogere uursommen dan in 1950. Dit komt overeen met een verdubbeling van de kans op een extreme uursom. Deze trend betekent ook dat de kans op dit soort buien groter is geworden. De kans lijkt ongeveer eens per 13 jaar te zijn, ten opzichte van eens per 20 jaar uit de volledige waarnemingsreeks.
Verder lezen?
Lees het hele artikel in Het Weer Magazine nummer 5 2014, waarbij verder wordt ingegaan op extreme dagsommen, of deze vaker voorkomen en een analyse over de kans op extreme buien. In dit nummer ook uitgebreid aandacht voor de kurkdroge Atacama-woestijn in Chili, het weer ten tijde van Columbus, en meer!
Meer weten over het weer? Maak dan voordelig kennis met Het Weer Magazine, 6 keer per jaar de achtergronden bij het weer en klimaat. Je ontvangt het Weer magazine al vanaf € 9,50!