De in de zeventiende eeuw uitgevonden kwikbarometer bleek al spoedig een nauwkeurig meetinstrument. Aan boord van een schip was het evenwel een onhandig en kwetsbaar geval, en het gebruik ervan op deinende zee kon moeilijkheden opleveren. In 1710 adverteerde de Londense barometermaker John Patrick meteen ‘scheepsbarometer van één voet lang’. Dat kon kennelijk niet een gewone kwikbarometer zijn, want die moet vanwege de gemiddelde kwikkolomhoogte van 76 centimeter toch minimaal bijna drie voet lang zijn.
TEKST & BEELD PETER PAUL HATTINGA VERSCHURE
Patrick’s scheepsbarometer was gebouwd naar een vinding van de Engelse natuurkundige Robert Hooke (1635-1703), die al in 1668 zijn ‘thermo-barometer’ had beschreven. De werking daarvan berustte op het verschil in aanwijzingen van een open en een gesloten thermometer, die naast elkaar waren gemonteerd. De ‘open thermometer’ reageert op verandering van zowel temperatuur als luchtdruk, omdat de meetsensor uit een luchtbel bestaat. Het is dus eigenlijk geen thermometer, maar eerder een equivalent van het simpele donderglas. De barometer stand kon nu worden afgeleid uit het verschil in de aanwijzingen van de echte thermometer en zijn open, luchtdrukgevoelige variant.
Het principe van de thermo-barometer van Hooke vondzijn meest verfijnde uitvoering in de ‘sympiesometer’ van de Schotse opticien Alexander Adie. Deze sympiesometer(van sumpi-edzein = samendrukken, en metron = maat)werd in 1818 in Edinburgh gepatenteerd. De verbetering van Adie bestond uit het gebruik van schaalplaten die ten opzichte van elkaar verschoven konden worden. Dat bood de mogelijkheid om direct de luchtdrukwaarde afte lezen. De sympiesometer is maar enkele tientallenjaren in gebruik geweest in de scheepvaart. Verbeterde kwikbarometers en aneroidebarometers namen in de loop van de negentiende eeuw zijn rol over.
De afgebeelde ‘barothermometer’ is een eenvoudige hedendaagse versie van het eertijds door Hooke uitgevonden instrument. De open buis met rode vloeistof en de gesloten thermometer met zwarte vloeistof lopen naast elkaar over één schaalplaat met graden Celsius. De thermometer geeft gewoon de omgevingstemperatuur aan. De barometerstand is niet direct af te lezen, maar wordt bepaald door het niveauverschil in de twee vloeistofbuizen. De op het instrument aangebrachte tabel ‘Weersverwachting’ biedt een eerste indicatie, en met het handmatig in te stellen wijzertje kan bij het aantal strepenverschil de bijbehorende weersaanduiding worden gevonden. Ik heb vastgesteld dat de vloeistofniveaus gelijkstaan bij een luchtdruk van 1018 hPa, en dat bij 980hPa de rode vloeistof 8 strepen boven de zwarte staat. Eén streep verschil in vloeistofniveau staat dus voor ongeveer5 hPa. De strepen bij het instelwijzertje zijn op te vatten als een maatverdeling van luchtdruk en zijn dus een barometerschaal.
Deze column verscheen eerder in Het Weer Magazine nr 1 | februari 2018
Geen weerfeiten en weetjes missen? Word dan abonnee en ontvang Het Weer Magazine thuis!